Schelle kinderstemmetjes, getik vlak naast m`n hoofd. Wat is dit, waar ben ik? Twee zwarte koppie`s gluren door het raampje van m`n hut. Als ze zien dat ik ze zie, duiken ze weg en hoor ik alleen nog zacht gefluister. Ik voel dat er iets aan de zijkant van de boot hangt, poolshoogte nemen dus. Daar zie ik de 2 zwarte koppie`s weer, maar nu in een boomstam-kano. Ze zijn verlegen en willen me een schilderijtje verkopen in ruil voor een pen.
De handel begint hier vroeg. Ook John-John [verder J-J te noemen] zie ik al onze kant op peddelen met 2 kokosnoten bij zich. Hij vraagt of wij met hem(!!) mee gaan om het eiland te verkennen. We kunnen de Gemini veilig achterlaten, omdat ze vanaf de kant in de gaten wordt gehouden door marineros van de Marina. Mogen we dan nog even wakker worden? Voor 11 uur spreken we af bij de steiger. Nog even een duik, want de douche aan de kant levert vandaag geen water. J-J verliest ons vanaf de kant niet meer uit het oog, want iedereen”” wil”” ons wel vandaag! Aan de kant wacht nog een meisje, Vilna genaamd. Het lijkt of ze bij J-J hoort. Ook zij wil graag met ons meelopen naar het dorp. J-J is er niet zo blij mee, die ziet z`n inkomsten voor vandaag dalen. Toch met z`n 5-en op pad gegaan. Vilna probeert onderweg Frans in het Frans uit te horen, waarom hij geen zijn vrouw bij zich heeft.
Het wordt een mooie, maar bloedhete wandeling. Onderweg zijn er veel kleine, pastel-geverfde huisjes, mannen die hun bootjes aan het repareren zijn en een enkele koe [La vache qui ne rit pas!!] Verder prachtige baaitjes, ibissen, die zitten te soezen in de bomen en maniokplantage`s. Trots laat Vilna haar huisje zien. J-J en Vilna bakkeleien wat in hun eigen taal. We maken er uit op dat wij vandaag eigendom zijn van J-J en dat Vilna niet moet proberen ons in te pikken ……We komen langs een schooltje, waar zeer veel in het blauw-wit gestrikte kinderen ons met grote ogen bekijken. Een joelende menigte kinderen neemt ons in een optocht mee naar het hoofd van de school. In zijn kantoortje laat hij onmiddellijk stoelen aanrukken, alsof we een delegatie van het ministerie van onderwijs zijn.
Behalve aan kinderen is er een tekort aan alles: schriften, pennen, boeken, en of wij niets bij ons hebben?? We leggen uit dat we met een boot zijn en hier zeer onverwacht zijn komen aanwaaien. Teleurgesteld vraagt het schoolhoofd of we dan misschien Franse boeken aan boord hebben om uit voor te lezen?? Frans zal gaan zoeken in z`n boordbibliotheek en hij belooft dat als hij hier terugkomt, na Cuba, hij het een en ander zal aanvoeren (en zo geschiedde). Natuurlijk ook een paar foto`s met de digitaal, waar Art probeert 200 kinderen tegelijkertijd te laten kijken!!
Na +/- twee uur lopen, komen we in het hoofdplaatsje Madame Bernard. Het is zo klein dat als je het 2x zegt je er al weer uit loopt.
Er is markt en we worden wat droef als we zien wat hier te koop is; vooral weinig, van alles weinig! De mensen zien er ondervoed en vermoeid uit. Ook de paardjes die ze hier als vervoermiddel gebruiken lijken me niet al te gezond. Ik schrik van de blikken in sommige ogen. We hebben niet echt veel bekijks en worden geheel met rust gelaten. Iedereen heeft het te druk met overleven, zo voelt het. Er komen hier geen toeristen.
We ontmoeten wel iemand die hier vrijwilligerswerk doet voor een paar maanden per jaar. Hij werkt bij een Franse non, Soeur Flora genaamd. Zij woont en werkt hier al jaren en heeft een opvangtehuis voor geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen en weesjes. We ontmoeten haar op de markt, een heel klein, tenger maar zeer wilskrachtig vrouwtje. Ondanks haar postuur zijn we onmiddellijk onder de
indruk van haar uitstraling. Ze nodigt ons uit om bij haar te komen kijken. Na wat gedronken te hebben in 1 van de 2 eethuisjes die het gehucht telt, bezoeken we het opvanghuis. Met de weinige middelen hebben ze er toch wat van kunnen maken bij Zr. Flora. Veel zielige kindjes, het gebouwtje is oud en op het binnenplaatsje is een waterput, zodat met veel regen het halve tehuis onder loopt. Maar zo te zien laten ze zich hier niet snel klein krijgen .Ook hier zal Frans proberen wat aan te voeren op de terugweg.
Een Canadese vrijwilliger,die hier al 20 jaar komt voor een paar maanden per jaar, nam ooit eens pleisters mee en werd hierdoor onmiddellijk tot dokter benoemd [wat hij niet is…], maar wat wel goed uitkomt…… dan is er toch een paar maanden een dokter op Ile à Vache!
Terug naar de markt, Frans koopt een enorme machete, om kokosnoten en ander heavy materiaal te behandelen. Misschien ook handig voor morgen stellen we vast, omdat we van plan zijn naar het vasteland van Haïti te gaan.
J-J en Vilna regelen voor ons een heel klein, net niet lek zeilbootjemeteenaanelkaargenaaide zakdoekenzeiltje met bemanning, waarmee we terug zeilen naar de Gemini. Genoeg gelopen voor vandaag.
Thuis op de Gemini, wat vandaag meer dan anders als thuis aanvoelt, zijn we aardig stuk en aangedaan. En hongerig zijn we ook, want we hebben geen hap gegeten verder vandaag. Art maakt macaroni en we praten nog lang na over wat we gezien hebben. Na al onze reizen met rugzak door verschillende landen, blijkt maar weer dat armoede nooit zal wennen. We tellen onze zegeningen …….
Art en Frans tellen ook hun zandvlooiensteken. Ze zitten helemaal onder van dij tot enkel!! Ik bof met mijn hogere schoenen en heb verreweg de minste. Frans telt er zo ongeveer tegen de 50?? Overdag hebben we er niets van gemerkt, daar moet behoorlijk wat rum tegenaan om de slaap te kunnen vatten, vinden Frans en Art. Met het geluid van zingende kikkers over het water en uitzicht over dit paradijsje[voor ons dan —]gaan we niet te laat ter kooi,want morgenochtend om 8 uur hebben we afgesproken met J-J en Vilna om naar het vastenland te gaan. PFFFFFT, wat een plek ……