Eerst nog maar even flink boodschappen gedaan: uien, tomaten en paprika's. Veel meer is er ook niet. Bier en rum zijn in de marina opmerkelijk goedkoop, 24 Bucanero's voor 12 pesos convertibeles en een fles Ron voor 3 pesos (1 euro is circa 1.30 convertibele). Met het nadrukkelijke advies van de staff van de marina bij Guantánamo Bay minimaal 3 mijl uit de kust te blijven, ben ik om 17.30 LT vertrokken. De 70 mijl naar Baitiquirí zijn eigenlijk alleen 's nachts af te leggen, wil je niet midden in de nacht die onmogelijke aanloop moeten doen. Het was m'n eerste nacht solo. Eenmaal op zee bemerkte ik, voor het eerst in m'n uppie op het ruime water, nieuwe sentimientos van vrijheid: alsof je, niet gehinderd door iets of iemand, overal naar toe zou kunnen. Ter hoogte van Guantánamo verslechterde het weer: de wind trok aan tot 7 Bft uit het Noorden. Een Northerly! Daar hadden de weerberichten van de marina niets over gezegd! Het werd een zeer lompe zee, waarschijnlijk mede als gevolg van de nabijheid van de Windwardpassage tussen Cuba en Haiti, waardoor de golven vanuit de Atlantic aardig kunnen opbouwen. Bijna kreeg ik last van zeeziekte. Van de Amerikaanse Navy heb ik géén last gehad. Van yachties had ik gehoord dat, na allerlei vragen over de reden van hun aanwezigheid in dit gebied, ze een halve dag door een Amerikaans patrouillevaartuig zijn gevolgd.
Baitiquirí is feitelijk een nauwe kloof in de heuvels, ongeveer 25 mijl ten oosten van Guantánamo, waarachter een veilige lagoon schuil gaat. Er is een pueblo met ongeveer 1000 inwoners. De ingang is extreem nauw (15 m) met gevaarlijk, droogvallend koraal aan beide zijden. Zit de wind in de zuidoosthoek dan verworden golven van 2 m tot brekers op het rif. Het risico van dwarsvallen ontstaat en er is te weinig ruimte om de macht over je bootje te krijgen. In de Guide van Simon Calder staat: "In heavy seas this is not an entry for the fainthearted". Hoewel er van heavy seas geen sprake meer was, in de ochtend was het aardig rustig geworden, werd het me toch even flauw in m'n knieen om van dichtbij aan weerszijde die koraalklompen te zien. De aanloopaanwijzingen ben ik netjes blijven opvolgen (meestal bestaat dat uit het vanuit een bepaalde positie en met een aantal herkenningspunten een bepaalde kompaskoers varen) om vervolgens een prachtige baai binnen te varen. Aan beide zijden zag ik mangroves en in het midden een dock (dat vroeger voor het verschepen van zout werd gebruikt) en ten westen daarvan een dock voor vissersboten. In nog geen 4 m water ben ik voor anker gegaan en heb de traditionele ´pot sop´ opengetrokken. Nog geen kwartier later zag ik een roeibootje met een soldaat van de Guarda Frontera de richting van de Gemini opkomen. Ja hoor, die kwam m'n papieren controleren.