Van Bequia naar Portsmouth op Dominica is ruim 185 zeemijl. Het werd een ruige, natte en zeer snelle tocht. We deden er iets meer dan 25 uur over waardoor het gemiddelde op ruim 7 mijl per uur kwam te liggen, niet te zuinig voor de Gemini. Met ruim 25 knopen wind en een aan de windse koers kwam er ook veel water over het dek. Mijn opmerking dat ik in de 10 jaar van de wereldomzeiling niet zo veel water over heb zien komen, leek voor Geert en Stefan de bevestiging dat ze inderdaad toch met de Gemini "at the extreme" aan het zeilen waren.
Het plan om op Dominica het dichterbij gelegen Roseau aan te lopen en zo voor donker binnen te zijn, lukte niet. De wind en stroming tussen Dominica en Martinique waren, zoals zo vaak tussen eilanden, te sterk om met een keer overstag op tijd in de luwte van de bergen te zijn. Ik besloot door te zeilen naar Portmouth en van een aankomst in het donker het beste te hopen. De baai is diep en het lukte ons dichterbij de kust tussen een aantal jachten voor anker te gaan. Helaas was er te weinig ruimte om minstens drie keer de diepte aan ketting te steken. Als eerste actie de volgende ochtend zouden we met daglicht gaan verkassen.
Om half zes 's morgens, nog voor het licht was, moest ik echter tijdens mijn ochtendplasje constateren dat we van het anker waren geslagen en midden in de baai dreven. Wat een mazzel dat we geen andere schepen hadden geraakt! Mijn eerste reactie om de Perkins te starten, leverde niets anders op dan startgeluiden. Hoe kon dat nou? Geert en Stefan waren snel gewekt en als eerste hebben we het stagfok gehesen om in ieder geval nog enigszins te kunnen manouvreren. Omdat ik niet zo snel de oorzaak van het startprobleem wist vinden, besloot ik de coastguard op te roepen. Een Engelse dame, die kennelijk waarnam voor de coastguard, meldde met heldere stem dat er op zee een vissersboot zinkende was en dat die de priorteit van de coastguard had. Ze stelde vervolgens basisvragen zoals welke positie, hoeveel mensen aan boord en welke vlag e.d.. Dat het een Hollands schip betrof, ontlokte haar de uitroep " Lekker, lekker!" met als gevolg dat wij haar sindsdien "Lekkah, lekkah" hebben genoemd. Lekkah-lekkah zou proberen een van de boatboys van Portsmouth te charteren om ons terug naar de ankerplek te slepen. Inmiddels was de Gemini met de 25 meter ankerketting uit (zonder motor immers geen hydraulische ankerlier) weer spontaan voor anker gegaan voor op het rif te kunnen lopen. Lekkah-lekkah meldde dat ze Martin met de "Providence" bereid had gevonden ons te slepen en een 20 minuten later was Martin aan boord om te helpen het anker met de hand binnen te sjorren.
Op de ankerplek was geen mooring vrij. Er zat dus niets anders op weer voor anker te gaan en nu met ruim 4x de diepte aan ankerketting. Zowel van Martin en later van andere jotties hoorden we dat de ankergrond van Prince Ruperts Bay berucht slecht was (los koraal, zand en zeewier). Helaas moesten we aan het einde van de dag dat zelf weer ondervinden toen bleek dat het anker WEER was gaan krabben en de Gemini zo'n 20 m verder in de baai aan haar anker lag te dansen. Deze keer was er wel een mooring vrij en we hebben niet getalmd daar gebruik van te maken. Martin vroeg geen geld voor zijn 'salvage' en wilde ons zo kennis laten maken met de mores van Dominica (klemtoon op -ni-). Hij zou betaald zijn door de coastguard en verwachtte alleen geld voor de verstookte benzine. Ik heb hem later 100 dollar EC toegeschoven. En het Perkins probleem? De smoorder, waarmee je de motor stopt, was nog uitgetrokken..... En ja, een volgende keer niet vergeten het ankeralarm aan te zetten.
Overdag hebben we Portsmouth van Noord naar Zuid doorgelopen. (Ik merk dat ik toch aardig last van mijn knieen begin te krijgen. Daar moet ik in St.Maarten toch eens naar laten kijken) 's Avonds hadden we wel duidelijk welk dinghydock op het strand ons het beste uitkwam, waar het beste WIFI signaal was en waar het beste eten.
Op het strand ontmoet ik Karsten van de "Rhon", zeilvriend van Tobago. Hij is met zijn iPhone langs alle strandtenten gelopen om te zien waar het sterkste signaal was
Geert en Stefan hebben hier een mooi WIFI signaal
We dronken wat bij een van de beachbars en Diana, de lady bartender, wilde wel iets van haar danskunst laten zien. Ze gaf dansles aan Geert en Stefan en probeerde met verve de heupen van de heren los te krijgen.
Vergeleken met de andere eilanden is het welvaartsniveau van Dominica waarneembaar lager. De oorspronkelijke sfeer en vriendelijkheid van de mensen zijn het waarom je er terug zou willen keren.
Deze immigratie dame was voor ons een mooi voorbeeld van de vriendelijkheid van het eiland
Deze make-up ladies hebben hun barretje op straat
We werden uitgenodigd op een familie feestje op het strand, de man laat ons van de geroosterde breadfruit proeven]
Stefan ging geregeld op fotosafari en het was niet moeilijk voor hem contact met de locals te maken en interessante foto's te maken. Op het strand ontmoetten wij een jongeman met eigentijdse piercings, tattoo's, hangbroek en een bandera met Western Union er op. Hij zei afkomstig te zijn van Martinique en tot de "section criminel" te behoren. Het is me niet duidelijk geworden of hij zich met meer illegale zaken dan smokkel tussen de eilanden bezig hield. Haha, Stefan mocht een foto maken als hij op zijn beurt een foto van ons mocht maken.
Een van de bezienswaardigheden bij Portsmouth is Indian River. Wij namen een bootje met een gids die ons tot een uitspanning in de jungle roeide. Een deel van de Pirates of the Carribbean is hier opgenomen
huis van Calypso
Een middag zijn we met een mini-bus naar Roseau, de hoofdstad van het eiland gereden. Een anderhalf uur durende tocht over het eiland met mooie vergezichten. Roseau heeft wel een aardige koloniale archtectuur, maar is druk met mensen en verkeer. Ik was blij dat we voor Portsmouth als bases hadden gekozen.
Maandag 2 maart vertrok Geert. Op weg naar het vaderland kon hij op ST Maarten nog even onder de lunch met Kimberley zijn sterke verhalen van de tocht kwijt.
terug naar de reisverslagen