Aangepast zoeken

 



  reisverslagen  
Verslag van week 52 van het jaar 2011 en week 1 van het jaar 2012, door Frans
Met de slowboat naar Laos.

.
Een oude wens van mij om ooit nog eens Laos te bezoeken, kon ik nu, vanuit het noordelijk gelegen Changmai, in vervulling laten gaan. Vanuit Noord Thailand kun je over de rivier de Mekong naar Luang Prabang. Een speedboot, die er 6 uur over doet, daar kon ik de lol niet van inzien. Ik zag er meer in de reis met een slowboat te maken. Die doet er weliswaar twee dagen over, maar, was mij te verstaan gegeven, je kunt dan ‘chillend’ het landschap ondergaan en meer oog hebben voor wat zich onderweg aandient.
Op 2e kerstdag, vroeg in de ochtend en uitgezwaaid door Chris, ben ik met een minivan op weg gegaan, samen met vier backpackers die de zelfde reis gingen maken. Het doel van de dag was de grensplaats Chiang Khong aan de Mekong. Een rit van zo’n 6 uur. Onderweg hadden we een lunchstop bij een restaurant, dat verbonden was aan een groothandel in cashewnoten. Allerlei variaties waren er te koop (cashew met honing, knoflook, pedis, kokos, je kunt het zo gek niet verzinnen). Ook bezochten we het grote tempelcomplex Wat Rong Khun, ofwel de White Temple. Het is een ongewone, hedendaagse tempel, wit van kleur met mozaïek glas wat een stralend karakter teweegbrengt. De tempel is nog steeds niet afgebouwd, dat zal nog zo’n 5 jaar kunnen duren. De witte kleur zou symbool staan voor de reinheid van Boeddha.
Eenmaal aan de grens hebben we in een guesthouse overnacht.
.
De volgende ochtend, na uitgeklaard te zijn in Thailand, staken we in een longboat de rivier over om in Huay Xai een visum voor Laos zien te bemachtigen. Erg druk daar bij de immigratie en op de rand van chaos. Gelukkig dat onze groep daarna soepel kon inschepen op een slowboat. Een aantal andere reizigers waren duidelijk de weg kwijt, niet wetend waar te gaan.

Slowboats zijn lange, smalle, weinig comfortabele, platte vaartuigen met houten bankjes of, als je geluk hebt, een soort vliegtuigstoelen. Elke boot heeft een lange overkapping tegen de meedogenloze zon. De dieselmotor maakt evenveel herrie als een Thaise longtail. Hij staat in een open machinekamer en wordt met allerlei handige oplossingen (zoals fietsband tegen lekkage van koelwater!) lopend gehouden. De schipper, zoals later bleek, kent de rivier op zijn duimpje en wist uitstekend de stroomversnellingen te nemen en verraderlijke klippen te omzeilen. Het water van de Mekong is ondoorzichtig bruin en overal in beweging met draaikolken, versnellingen en ‘riptide’ golfjes. Het landschap is ronduit indrukwekkend. Overwegend heuvelachtig, met hier en daar steile klippen aan de waterkant. De jungle wordt zo nu en dan afgewisseld met kleine kampungs. Allerlei riviertafereeltjes zijn er dan te zien met zwemmende kinderen, mediterende monniken, longtails die voorbij gassen en vissers die vanaf de oever met grote schepnetten proberen visjes te verschalken..

De medepassagiers bestonden hoofdzakelijk uit westerlingen, type backpacker, gemengd met Laosianen en enkele Chinezen. Ieder had zo zijn eigen tijdverdrijf, variërend van drinken van grote hoeveelheden BEERLAO, de nationale trots van Laos en/of Lao Lao (rijstwhiskey en goedkoper dan bier) tot een kaartje leggen, lezen, beppen of niks doen.
Na de eerste dag op de rivier werd er bij een klein plaatsje, Pakbeng genaamd, gestopt. Pangbeng is feitelijk èèn lange straat langs de rivieroever. Met de vele guesthouses lijkt het economisch gezien het vooral van de slow boat passagiers te moeten hebben. Vanaf de rivier moet je een steile oever op zien te komen om in het dorp te komen. Twee Amerikaanse jongens waren zo bezopen dat ze slechts in fasen het dorp konden bereiken, hun wielkoffer achter zich aan slepend. Redelijk vlot wist ik een onderkomen te vinden. ’s Avonds ben ik de lange straat langs gelopen en heb ergens tussen de locals wat gegeten. Er heerst een soort frontiertown sfeer met behalve toeristische activiteiten ook kleine marktjes voor de mensen uit de streek.
.
.

De volgende dag kregen we met een uur vertraging te maken toen bleek dat de slowboat zwaar overboekt was en een tiental mensen tussen de bankjes op de grond zouden moeten gaan zitten. Een aantal pikten dat niet en gingen demonstratief op de steiger zitten, geleidelijk aan gevolgd door andere gedupeerden en sympathisanten. Na veel over en weer gezwets kreeg de groep hun zin en triomfantelijk voeren ze even later langs in een tweede, op het oog comfortabeler, slowboat met opmerkelijk weinig passagiers aan boord.
De tweede dag sloeg bij een aantal mensen de warmte en de verveling toe. Het nieuwe was er af, het landschap ging voor hen steeds meer op elkaar lijken en ze verlangden naar het einde van de trip. Ik bleek daarentegen ook op een slowboat weer eindeloos naar het water te kunnen kijken. Aan het einde van de dag bereikten we onze bestemming, Luang Prabang. Tot mijn grote verbazing stond Kimberley mij aan de oever op te wachten. Wat een leuk weerzien! De volgende dag zou ze met haar vriendinnen, Annemieke en Sarah, verder reizen naar het zuiden van Laos. We hadden dus nog een lange avond om onze laatste belevenissen uit te wisselen. Ik trok hetzelfde hostel in en wisselde de volgende dag van kamer..

Luang Prabang is de centraal gelegen plaats van het bergachtige Noorden. Het ligt aan de splitsing van de Mekong en de Khan rivier. Hoewel de provincie goed over de weg te bereizen is, zijn het nog steeds de rivieren die de levensaderen vormen, zowel voor het vervoer als voor de bewatering van de vele akkertjes. Luang Prabang is ronduit prachtig. De begroeiing is weelderig (‘lush’ zou Chris zeggen) en kleurrijk met de rondom aanwezige frangipane. De bebouwing is een mix van provinciale huisjes, Boeddhistische tempels en Frans koloniale huizen. Tot Laos in 1953 onafhankelijk werd, werd het vanaf eind 19e eeuw door de Fransen bestuurd, (zogenaamd) om het land te beschermen tegen de bedreiging van Siam. Het straatbeeld wordt bepaald door voetgangers, bestaande uit locals, backpacker type toeristen en monniken. De hele stad is goed te voet te doen. De klim naar de tempels van Phu Si, het mooiste uitzicht op de rivier heb je vlak voor zonsondergang, was een test voor mijn conditie en heb ik 1x gedaan. Ik heb verder wel heel wat aan ’Wat hopping’ gedaan (Wat = tempel) en veel bij de warungs aan de rivierkant gezeten, gegeten en gemijmerd. Luang Prabang is geen party town, in zuid Laos schijn je die wel te hebben. Er is overdag een markt voor de toeristen met (interessante) snuisterijen en voor het overige is het er rielekst en soms zelfs slaperig. Zo’n rustige jaarwisseling had ik niet eerder meegemaakt. Er was wel een podium gebouwd en een groot screen opgesteld, maar echt knallen deed het niet op oudejaarsavond. Vuurwerk heb ik wel gehoord, maar vlak na middernacht leek de stad al weer in slaap gevallen. .

Op 3 januari ben ik met de nachtbus teruggegaan naar Thailand. Voor zonsondergang kon ik onderweg nog een aardige indruk krijgen van het Laotiaanse dorpsleven. Het zou een doel op zich kunnen zijn, wanneer je ruim de tijd hebt, hier doorheen te reizen. ’s Avonds stapte ik tijdens een van de busstops pardoes in een dorpsfeest en werd ik meegezogen in een danspartij. .

Leuk dat jong en oud met elkaar dansten wat me aan vroeger thuis deed denken. Als mijn oudere broers en zusters gingen feesten deed moeder ook mee (en trok ze de ons vermaarde jurk aan met een strik op haar kont). Als wij, de drie jongsten, gingen feesten waren ouders eigenlijk niet meer welkom… Op 5 januari heb ik Harriet van het vliegveld in Changmai opgehaald. Ze komt een maandje vakantie vieren. Vanuit Nuan Pranee House, het vaste adres van Chris (en aan te bevelen mocht je ooit in Changmai verzeild raken), hebben we de stad verkend, een erg leuke avondmarkt bezocht, Thaise massage ondergaan en, hoe kan het anders, een aantal Boeddhistische tempels bezocht..

Doi Sothep, boven op de berg (1600m), is een ‘must’ hadden we gehoord. Met een song thaew (pick-up taxi) zijn we naar boven gegaan en na nog eens te voet de 300 treden van de trap te hebben genomen, konden we het tempelcomplex bezichtigen. Ronduit indrukwekkend! De gouden Chedi (pagode) met de parasollen domineert het geheel, maar verder zijn er prachtige muurschilderingen en natuurlijk veel Boeddha’s te bewonderen. Aan de achterkant van de tempel is een promenade waar vandaan er een prachtig uitzicht is op de stad en de rivier de Ping.
Een volgende dag hebben we Wat Phra Singh bezocht. Een tempelcomplex met daar aan verbonden een monnikenschool. Het is een populaire gebedsplaats en het was er ook druk met gelovigen. Na eerst te hebben gedoneerd, hingen veel mensen briefjes op met daarop uitgeschreven hun reflecties. Mooi die verschillende vormen van inspanning die van de boeddhisten worden gevraagd. Is het niet een lange trap beklimmen, dan is het geld geven of, zagen we bij een Chedi van Wat Phra Singh, een kannetje water omhoog takelen en over de pagode uitgieten. En zo gemakkelijk draaide dat wiel niet. We zagen een dame die er toch bij geholpen moest worden. We hadden veel moeite de wassen beelden van de mediterende monniken van echt te onderscheiden, bleven lang twijfelen en wisten het pas echt zeker na het commentaar van Chris.


terug naar de reisverslagen



juli - november 2007
 Ecuador - Marquesas - Genootschapeilanden
  -Frans

mei - juni 2007
 Panama & Galapagos
  -Harriet & Frans

maart - april 2007
 Cartagena & Panama
  -Frans

maart - april 2007
 Curaçao - Cartagena
  -Iris & Frans

mei 2006
 Curaçao
 STRIPVERHAAL
 - Coja &Proza

april 2006
 Isla de Margarita
 - Aad & Frans

maart - april 2006
 Curaçao-Isla de Margarita
 - Stefan, Richard & Frans

mei-juni´05
  Cuba-Jamaica-Haiti-
 Curaçao
 - Toos, Wilma &Frans

april.´05
  Cuba zuidkust
 - Harriet &Frans

mrt-apr.´05
  Cuba
 - Frans

februari´05
  St Maarten-St Croix-
 Puerto Rico-
 Dom.Republiek-Haiti-
 Jamaica-Cuba
 - Art, Lies & Frans

kerst´04 - jan´05
 Kp Verden - St Maarten
 - Iris & Frans

najaar 2004
  Ned-Gran Canaria
 - Lino & Frans


All Rights Reserved 2005-2010. | www.sy-gemini.nl | Design by IMAGEPOINT