Nog steeds ben ik in Thailand en de Gemini staat nog steeds op de kant. De refit is een flinke onderneming gebleken met veel las-, schilder- en timmerwerk wat overwegend na elkaar moest plaatsvinden. Ze verknallen anders elkaars werk of zitten elkaar in de weg. De situatie nu, eind week 25, is dat het las- en schilderwerk zo goed als klaar is (nog een klein lasklusje en het gasbun en de kuipvloer moeten nog in de verf). We hebben 9 dagen op droog weer moeten wachten. De regen is de spelbreker. De blauwe band en de topcoat van het dek moesten al een tweede keer worden geschilderd vanwege een te vroege regenbui. En als het hier regent komt het ook met bakken uit de hemel. Phon de timmerman heeft tijdens de regendagen in zijn werkplaats de teakbankjes en het vloertje voor de pantry al in delen in elkaar gezet. Sinds vrijdag is hij aan het timmeren op de Gemini en de nieuwe teakbankjes zitten er in.
Behalve de zware regenval was het een tegenslag dat de verf op de dodger (dekhuis) meekwam met het lostrekken van de tape (alles wat niet geschilderd moet worden wordt met plastic en tape ingepakt). Daar is geen primer gebruikt, was de opmerking van mr.San. Het extra werk leverde een vertraging op van een week. Het prutswerk van Tom, een werf (IYC) in Nieuw Zeeland die in 2010 aan de Gemini heeft gewerkt, blijft me tot hier achtervolgen.
Erg jammer was het bericht van Kindofblue dat Dick aan zijn dikke darm moet worden geopereerd. Zij zullen pas volgend jaar naar Zuid Afrika zeilen. We zouden samen opvaren en dat is dus nu van de baan.
Rob van de Stamper is terug in Boatlagoon nadat zijn vrouw Mieke in Nederland aan kanker is overleden. Hij is duidelijk niet van plan bij de pakken te gaan neerzitten en is bezig van de Stamper zijn boot in plaats van onze boot te maken. Ook hij gaat volgend jaar richting Kaapstad.
De beste tijd om de Indische oceaan over te steken is inmiddels voorbij. Dan had ik nu op de Cocos eilanden moeten zitten. De kans dat ik straks in ruig weer terecht kom, is nu wel groter geworden. Een hoopvol bericht was dat Troy, een vriendje van Kimberley, misschien als opstapper meegaat.
Omdat het visum voor de 2e keer zou gaan verlopen, ben ik zondag de 16e juni meegegaan met een visum-run naar Birma. Voor 1500 Bhat all inclusive (iets minder dan 40 euries) brengt een comfortabele minibus je in 5 uur naar de grensplaats Ranong, noordelijk van Phuket. Na in Thailand te zijn uitgestempeld, geef je je paspoort af aan een tout (dat kostte mij enige moeite, maar ik hield hem in de smiezen) die in het lokale lingo de immigratie/emigratiepapieren invult.
Met een bootje (een longtail of een motorboot) vaar je vervolgens in een half uur naar Kawthoung in Birma. Daar neemt dezelfde tout plaats naast de Birmese immigratie officier en stempelt je paspoort in & out. Het enige wat de official doet is zijn paraafje zetten in het paspoort. Die visa runs zijn big business geworden. Voorheen kreeg je een 30 dagen visum, nu nog maar 14 dagen. Op de Russen na dan die onder een speciale regeling blijken te vallen en nog wel 30 dagen krijgen. Er zijn veel Russen in Thailand.
Europeanen werden gescheiden bediend en moesten een foto laten maken. Ik was de laatste in de rij die zijn paspoort terug kreeg. Ik wilde graag iets van Kawthoung zien en kreeg helaas maar 10 minuten. De motorboot moest weer snel terug voor een volgende lading visum runners.
Sigaretten en drank zijn er goedkoop. Op straat werd me van alles aangeboden van sterke drank tot valium en viagra. Terug op de steiger bleek de motorboot zonder mij te zijn vertrokken en moest ik een longtail zien te charteren. Dat lukte, nadat ik eerst een brommerboy benzine had laten halen voor de overtocht. De schipper bleek een interessante Birmees die verrassend goed Engels sprak. Zijn droom was om ooit een klassiek gelijnd zeilschip te kunnen aanschaffen. Het werd een leuke overtocht en aan de overkant heb ik de tout en plein public zijn vet gegeven. Zijn reactie was een Aziatische glimlach, natuurlijk. What can you do?
terug naar de reisverslagen