Een paar dagen blijven over om Gemini te prepareren voor een lange periode op de kant. Aanpoten dus en dat met die tropische temperaturen. Kimberley komt eerder terug van Penang om te helpen. Haar boudoir en de pantry maakt ze grondig schoon. De Gemini wordt nu properder achtergelaten dan ooit tevoren. Met die lange te doen lijstjes komt bij mij van cleanen meestal niet veel terecht.
Op 1 februari vertrekken Kimberley en ik van Rebak Island naar Kuala Lumpur, waar we 2 dagen blijven. We nemen onze intrek in een hostel naast een discotheek die zo’n kolereherrie maakt dat het me niet eens lukt om even binnen te gaan kijken.
Kuala Lumpur, ook wel bekend als KL, herbergt zo’n 1,5 miljoen mensen. Omdat het ooit als Chinese nederzetting (tinmijnen) is begonnen bestaat de populatie hoofdzakelijk uit Chinezen. De tweede bevolkingsgroep zijn de Indiërs, die destijds door de Britten zijn aangevoerd om in de rubberindustrie te werken. Met de Maleisiërs, Eurasians (mix van Chinees en Europees) en Europeanen is het een interessant multi-etnisch geheel geworden. De meeste Maleisiërs zijn moslim, maar minder extreem dan in het Midden Oosten.
De heterogeniteit van de bevolking wordt weerspiegeld in de architectuur van de stad die een mix is van oud-koloniaal Engels, traditioneel Aziatisch en modern. Er zijn heel wat (Hindu) tempels en moskeen en heel wat wolkenkrabbers die soms luxe shopping malls huisvesten.
We hebben een aantal highlights van KL bekeken, zoals het Merdekaplein, dat symbool staat voor de onafhankelijkheid van Engeland (1957). Het is het traditionele hart van Kuala Lumpur met aan de ene kant de Royal Selangor Club, in de Britse koloniale periode de zeer exclusieve whites-only club. Aan de andere kant het Sultan Abdul Samad gebouw in Moorse stijl, vroeger overheidsgebouw van de Engelsen en nu een ministerie.
Op het grasveld van Merdeka zagen we een oudere Chinees, waarneembaar niet op zijn fysieke top, een aantal Kung-Fu kata’s maken terwijl de dames vanonder hun parasolletje lachend toekeken en een maatje het geheel op video vastlegde. Indrukwekkend vond ik die kata’s.
Chinatown vonden we leuk. Het is er erg druk met toeristen die afkomen op de goedkope spulletjes, de imitaties van de bekende merken en de vele eethuisjes. Little India is wat kleiner en minder toeristisch. Je struikelt er over de juweliers en indiase kledingwinkels. Natuurlijk zijn we ook lekker Indiaas gaan eten.
Een bezoek aan de Petronas towers, met 452 m tot 2004 het hoogste gebouw ter wereld, is deze keer gelukt. In 2010 was ik te laat. Je moet gewoon vroeg je bed uit. Zeer interessant vonden we allebei en leuke technische snufjes. Onder de torens is een groot shopping complex en ’s avonds bleek rond de vijver het ook een populaire ontmoetingsplaats te zijn.
Op 3 januari zijn we met Air Asia ( cheap!) naar Parijs gevlogen. Van de vlucht van 14 uur bleek ik later een trombosebeen te hebben overgehouden (hoewel ik toch een aantal keren oefeningen heb gedaan). Deze vlucht van Air Asia bestaat niet meer, wellicht was hij niet rendabel voor de company.
In Parijs was het bitterkoud. Het temperatuurverschil met KL was bijna 50 graden en winterkleren hadden we niet, slechts thermohempjes over elkaar aangetrokken. Met de Thalys zijn we vervolgens naar Rotterdam gegaan waar gelukkig Carla voor ons met jassen klaarstond.
Voor ons beiden stond er, na een prachtige reis (voor Kimberley > 7 maanden) nu een serieuze tijd te wachten. Kimberley ging proberen een leuke baan te vinden en ik moest proberen weer aan werk te komen.