Aangepast zoeken

 



  reisverslagen  
Week 44 tot en met 47 van Danga Bay naar Penang (Maleisië), door Frans

Tot ongenoegen van vooral Kimberley, die had nog wel een paar weken willen blijven, zijn we 1 november vanuit Singapore de straat van Johor overgestoken en op weg gegaan naar Maleisië. Binnen enkele uren waren we bij Danga Bay, de marina bij Johor Bahru, een stad met 1.5 miljoen inwoners. De aanloop was ronduit tricky met ondiepten en drijvende viskwekerijen. Omdat we geen response kregen op onze VHF oproep en het flink ging onweren zijn we eerst nog voor de marina voor anker gegaan.


Danga Bay is met veel poeha gestart, maar is nooit volledig afgebouwd. Er zijn geen douches en toiletten en hoewel het een redelijk nieuwe marina is, is de staat van onderhoud ronduit slecht. Bovendien is het vaarwater goor en er zijn muggen. Er wordt aan een dam gebouwd met het nodige lawaai van kranen. De bedoeling van de dam is menigeen niet duidelijk. Als hij klaar is, is er weliswaar een kortere verbinding tussen Johor Bahru en het achterland, maar kan er geen boot meer de marina in. Na het comfort van Raffles werd er van ons hier wel enige aanpassing gevraagd. De marina is gratis en daarom erg populair bij yotties, vooral om hun boot langere tijd achter te laten. Van de meeste boten zijn de bemanningen naar andere oorden. Waar wčl mensen op zitten, wordt ook echt gewoond met de steiger in gebruik als voortuin. Veel mensen die hier al maanden, soms jaren zijn en niet weten of ze ooit nog ergens anders naar toe gaan. Veelal hebben ze geen huis en weinig geld en ontbreekt het hen aan middelen om hun boot weer vaarklaar te maken. Overal in havens van landen waar het leven goedkoop is, zoals ook in Ecuador, kom je zulke boaters tegen. Het geeft me te denken of ook ik ooit zo verzand zou kunnen raken. In -en uitklaren en het overige papierwerk werd door de marina-office voor ons geregeld. In Malaisië ben je verplicht om in iedere haven je bij de havenautoriteiten te melden en je formeel in en uit te klaren. Wij hebben ons hier niet strict aan gehouden en het heeft geen problemen opgeleverd. Wat we hadden kunnen doen, is ons in Danga Bay uitklaren voor de laatste haven, in ons geval Langkawi.

We zijn naar Johor Bahru stad geweest, een ronduit lelijke stad die in het proces zit er stedebouwkundig nog wat van te maken. In een steegje (Medan Selera Meldrum Walk) hebben we lekker kunnen eten en in de Giant supermarkt kon Kimberley haar garderobe wat aanvullen met ´tropendingetjes´. Het paleis van de sultan (Royal Abu Bakar) was helaas dicht vanwege een verbouwing. De busdiensten zijn uitstekend: goedkoop, comfortabel en op tijd. Handig is dat we met veel van de geleerde Bahasa Indonesia woordjes ook terecht kunnen in Maleisië. Op 5 november zijn we aan onze reis door de straat van Melakka begonnen, ruim 500 mijl naar Pulau Langkawi in het uiterste noorden van Maleisië.
Voor velen staat dit vaarwater bekend als gevaarlijk piratengebied. Door de inspanningen van de marine van vooral Maleisië, aan de kant van Sumatra wil nog wel eens wat gebeuren, is het echter veilig vaargebied geworden. Sinds 1994 zijn er geen aanvallen op jachten gerapporteerd. Zonder uitzondering hebben we ons veilig gevoeld in Maleisië. De mensen zijn doorgaans vriendelijk en gastvrij net als in Indonesië, hoewel je daar meer lol kan hebben met de locals.

Gevaren zijn er wel in de Straits of Malacca. Het zijn vooral de vele soorten vistuig die zich op je koers kunnen bevinden en problemen kunnen opleveren. Zo zijn er visnetten (die wel of niet waarneembare boeien hebben), fuiken die aan stokken hangen, drijvende eilandjes waaronder zich netten bevinden en vissersboten (zowel trawlers als ringnetvissers) met vaak onvoorspelbaar vaargedrag. ’s Nachts doorvaren is gewoonweg risicovol. In de nachten die we zijn doorgevaren, hebben we overwegend de shipping lanes aangehouden.

Met een ‘overnite sail’ kozen we Admiral Marina bij Port Dickson als eerste bestemming, een ronduit luxe marina omringd door villa´s en appartementen. Het clubgebouw heeft overdreven brede trappenhuizen, grote zalen en er zijn tennisbanen en een heerlijk zwembad. Voor boodschappen en restaurantjes is het te voet een flinke onderneming.

Kimberley treft er zeilvrienden van de Indonesia rally aan, de 12-jarige Alex van de catamaran “Splash down” en de bemanning van de Further, een Amerikaans motorschip. Met de crew van “Further” gaat ze een dag naar Melakka. Ze bezoeken er little India, doen een trishaw ride (een soort riksha) en bezoeken de belangrijkste koloniale highlights.


Melakka is een zeer interessante stad met een geschiedenis die ver teruggaat. Halfweg gelegen tussen India en China was het van oudsher een belangrijke handelspost waarover vanaf 1511 de Portugezen, de Nederlanders en de Engelsen elkaar hebben bevochten. Ruim 150 jaar, van 1641 tot 1790, zwaaiden de Nederlanders er de scepter en hadder er de basis van de VOC. Het is een plaats waar vele culturen zich met elkaar hebben vermengd met moskeeën, kerken en tempels naast elkaar gebouwd.
De meest treffende overblijfselen van de Nederlanders zijn wel het massieve rode Stadthuys, nu een museum, en de vele Hollandse grafstenen.

Maleisië werd in 1956 onafhankelijk van de Engelsen. Hieronder een grafsteen voor een in 1660 jonggestorven kind van nauwelijks een jaar oud…

"Hier onder desen steen uijt gecloven leght Theodorus van den Kerkckhoven in syn leven was hij vaders en moeders vreugt sijn broeder leefde hij tot een geneugt een jaer min drie dagen was dese spruit doen God de ziel deed gaen het lichaam uit en of ternae sijn uitvaert ijemand vroeg november vijf men hem ter aerden droeg int jaer sestenhondert en sesmael then binnen de stat Malacca sag ment gesehen"


Op 9 november zijn we op weg gegaan naar Pangkor Island met de bedoeling in de nieuwe marina aansluiting te vinden met Sail Malaysia, een rally waar we ons al eerder voor hadden ingeschreven. We gaan aan Port Klang voorbij, vanwege de drukte aan commerciële scheepvaart en de sterke stromingen. De verleiding om ’s nachts de shipping lanes te verlaten en een kortere route tussen de zandbanken te volgen, heb ik niet kunnen weerstaan. In plaats van sneller raakten we daardoor uren achterop vanwege de veel sterkere tijstroom tussen de banken. We zagen ons genoodzaakt terug te vallen op plan B en een ankerplek vňňr Pangor Island te vinden. De website van Ocelot had al de mooie suggestie gedaan om op de Sungai rivier voor anker te gaan. We hadden hoogwater en het bleek goed te doen om op de track van Ocelot, tussen de zeer ondiepe mudflats door, een veilige plek tegenover een kampong te vinden. Even later werd het op de rivier een ware uittocht van vissersboten, die voor de komende nacht weer hun geluk wilden beproeven en we waren blij niet te dicht bij de vaargeul te liggen. Bovendien hadden we een extra, knipperend ankerlicht (die je overal in Indonesië en Maleisië kunt kopen). Sungai river moet inmiddels al een bekende anchorage zijn geworden (de website van Ocelot is welbekend) want in totaal lagen er voor die nacht 6 jachten. Toen we de volgende morgen om 7 uur ankerop gingen, was iedereen al vertrokken. Je weet maar nooit wat voor vertragingen je kunt oplopen onderweg, vandaar dat de meeste yotties er voor kiezen met dageraad op weg te gaan. Hoe dan ook, toen we bij Pangor Island aankwamen lagen de 5 jachten tegenover de marina voor anker, te wachten op hoog water. We maakten VHF contact met de marina en een uurtje later konden we onder begeleiding van een motorsloep de jachthaven in.
Marina Island Pangkor is nieuw en nog niet afgebouwd en ze doen er alles aan, aangevoerd door de uiterst vriendelijke CEO James, een goede naamsbekendheid op te bouwen. De tarieven zijn ronduit laag en Sail Malaysia deelnemers kregen de eerste dagen van hun verblijf gratis.

Pangkor Island zelf is prachtig met weelderig groene heuvels en het is handig gebleken daar de boodschappen te doen. Met de frequent varende ferry ben je er zo. James had, als promotie voor zijn marina, een interessante tour rond het eiland georganiseerd met een bezoek aan verschillende, overwegend Chinese, dorpjes, een visconservenindustrie en een scheepswerf van traditionele schepen.
Daarnaast bezochten wij nog een Chinese tempel en het Hollandse fort, ´Kota Belanda´ genoemd door de locals, dat wederom gebouwd is door de VOC. In de 17de en 18de eeuw blokkeerde de VOC namelijk de scheepsroute van de provincie Perak waartoe Pangkor behoort om een monopoliepositie te verkrijgen in de handel. De tour werd afgesloten met een (zeer) indrukwekkende lunch in een Chinees restaurant.





Het werd een prettig verblijf in Pangor, niet in het minst voor Kimberley die daar weer de Further en Splash Down aantrof en met Alex enTroy, die sinds Australië op de Further opstapper is, een leuke tijd doormaakte.


Vanwege problemen met het stuursysteem, waar ik zelf de oorzaak niet van kon vaststellen, (onder een bepaalde uitslag naar zowel stuur- als bakboord was er een blokkade), wilde ik in Pangor een techneut er bij halen. Dit zou minimaal een aantal dagen in beslag gaan nemen en Kimberley besloot, toen dit door schipper Brian werd toegestaan, alvast met de Further mee te varen naar Penang en Langkawi.


Het euvel met het stuursysteem werd door twee jonge monteurs met een kleine gestalte (ze bewogen als een jekko door de machinekamer) opgelost door op systematische wijze delen van het stuursysteem te demonteren. Het stuursysteem is er een van stangen en cardan koppelingen en het bleek dat in een van de koppelingen de cardan-as was doorgeschoten (misschien door een van de twee aanvaringen die de Gemini had gehad met visnetten), waardoor het cardan niet meer probleemloos kon draaien. Op 22 november ben ik op weg gegaan naar Penang. De reis verliep voorspoedig en een dag later kon ik bij Pulau Rerejak voor anker gaan, een ondiepe ankerplek met veel getijbewegingen.

Evenals een aantal andere jachten, die er al de volgende dag van tussen gingen, werd het mij te onrustig en wilde ik een marina opzoeken. De keuze was de nieuwe marina, Straits Quay Marina, in het noordoosten van Penang of Tanjung City Marina, midden in Georgetown. De eerste is nieuw en goed functionerend, maar ver van de oude stad. De tweede is slecht onderhouden, goor en bijna geheel verzand geraakt. Ik koos voor Tanjung, vlak bij de oude Chinese stad en Little India in de hoop toch een ligplaats met voldoende diepte te kunnen vinden. Dat lukte; er was net een plek vrij gekomen aan de kop van een steiger. Andere boten dichter bij de kant vielen met laag water droog. Als je dan je motor laat draaien, bestaat de kans dat er meer modder dan koelwater naar binnen wordt gezogen. Onderhand was dit de derde marina in Maleisie, na Danga Bay en Malakka (die ook is verzand en aan zijn lot wordt overgelaten), welke als een miskleun moet worden beschouwd. Wat is hier aan de hand?? Expats, die al langere tijd in het land wonen, hebben me later uitgelegd dat het alles met (smeer)geld te maken heeft en niet met ondeugdelijke waterbouwkundige ontwerpen (zo die al werden gemaakt). De overheidsgelden zouden ondermeer aan de staf van lokale bobo’s blijven kleven, zodra een project eenmaal van start is gegaan. Ze doen er dan ook alles aan een dergelijk project hun gebied binnen te halen.

 

 

 

 

 

 


Kimberley en Troy kwamen met de ferry terug van Langkawi en vonden afwisselend een onderkomen op de Gemini, het clubhuis van de marina of de “SEAHOG” een Australisch, traditioneel houten zeilschip, wiens bemanning zij tijdens “Sail Indonesia” hadden leren kennen.

 

Troy zal in Penang blijven. Na een sollicitatiegesprek ter plaatse, heeft hij werk gevonden bij de refit van een traditioneel gebouwde houten schoener van 22 m lang, de voormalige Corto M, een Bill Dixon ontwerp. www.schoonercortom.blogspot.com


Interessant is dat tijdens de refit gebruik zal worden gemaakt van hout verkregen door het opkopen van oude Maleisische houten huizen. De kans bestaat dat Troy als crew meezeilt naar Nederland, via Zuid Afrika. De nieuwe eigenaar/schipper is een Hollander.
Penang eiland was de oudste Britse vestiging in Maleisië met Georgetown als hoofdstad, nu ook wel Penang genoemd. Op een aantal nette historische gebouwen na is het nu een slordige, wat scharrige, maar fascinerende oude stad met veel koloniale architectuur, tempels, moskeeen en winkeltjes, waarvan er heel wat op instorten lijken te staan. Ontspannen wandelen is er niet bij. Trottoirs ontbreken vaak of zijn volgebouwd en er zijn oneindig veel op- en afstapjes, rioolgoten en ontbrekende putdeksels. Het verkeer is chaotisch met onoverzichtelijke kruispunten, fiets rickshaws en scootertjes die overal tussendoor scheuren. De rit op zo’n scooterje met Kimberley achterop naar het Thaise consulaat om visa te regelen (erg handig zo´n Tom Tom op je iPhone), was op zijn zachts gezegd uitdagend. Eten deden we in een van de vele kleine restaurantjes in Little India of in een foodcourt, waar een ieder zijn smaak van de dag kan volgen.

Omdat niet goed is uit te maken waar een maaltijd uit zal bestaan als je een menu in het Maleis voor je hebt, werd ik een keer verrast met kippetenen in plaats van kippepoten …
We maakten, georganiseerd door Sail Malaysia, een interessante excursie naar het oorlogsmuseum (Penang War Museum). Het is een vroeger Brits ford, op een heuvel gebouwd in 1939, en gebruikt als gevangenis en martelkamp door de Japanners in de 2e wereldoorlog. Sommige martelwerktuigen, zoals dit ´elektroshockbed&cute;, laten weer eens zien hoe ver mensen kunnen gaan in het toedienen van pijn aan een medemens, in situaties waarin zij niet voldoende verweer hebben. (Milgram 1963)

Het geweten functioneert dan nog maar matig als remmer. Wat te denken van populaire reality-shows waarin mensen ongekend ver gaan in elkaar beledigen of voor schut zetten ….

In Tanjung Marina konden wij een heuse Maleisische Moslim bruiloft meemaken.









Twee broers, financieel vermogend geworden in de Horeca business (Indiase restaurants), hadden besloten gezamenlijk te huwen. Het leek alsof ´tout Penang´ was uitgenodigd. Voor een paar duizend mensen was gecatered en wij, ware het niet dat we net getafeld hadden, hadden zo kunnen aanschuiven. We hebben van de levende muziek kunnen genieten en interessante mensen ontmoet. Opmerkelijk was dat er gekookte eieren (Bunga Telur) als cadeautjes waren meegebracht. Ons werd uitgelegd dat hiermee de bruidsparen vruchtbaarheid werd toegewenst en leuk is dat dit van oorsprong geen moslim maar hindu ritueel is. De koran werd als cadeautje onder de bruiloftsgasten uitgedeeld en wij kwamen er, enigszins onthutst, achter dat wij als ongelovigen de koran niet mogen aanraken.

terug naar de reisverslagen



juli - november 2007
 Ecuador - Marquesas - Genootschapeilanden
  -Frans

mei - juni 2007
 Panama & Galapagos
  -Harriet & Frans

maart - april 2007
 Cartagena & Panama
  -Frans

maart - april 2007
 Curaçao - Cartagena
  -Iris & Frans

mei 2006
 Curaçao
 STRIPVERHAAL
 - Coja &Proza

april 2006
 Isla de Margarita
 - Aad & Frans

maart - april 2006
 Curaçao-Isla de Margarita
 - Stefan, Richard & Frans

mei-juni´05
  Cuba-Jamaica-Haiti-
 Curaçao
 - Toos, Wilma &Frans

april.´05
  Cuba zuidkust
 - Harriet &Frans

mrt-apr.´05
  Cuba
 - Frans

februari´05
  St Maarten-St Croix-
 Puerto Rico-
 Dom.Republiek-Haiti-
 Jamaica-Cuba
 - Art, Lies & Frans

kerst´04 - jan´05
 Kp Verden - St Maarten
 - Iris & Frans

najaar 2004
  Ned-Gran Canaria
 - Lino & Frans


All Rights Reserved 2005-2010. | www.sy-gemini.nl | Design by IMAGEPOINT