zwembad Raffle´s
Vanwege problemen van Kindofblue met de demperplaat (afscheuren van een ‘schokrubber’) hebben we vanaf Belitung in konvooi gevaren samen met Sea Topaz, Narid en Revelation. Revelation heeft Kindofblue over de Straat van Singapore gesleept. Op 18 oktober zijn we met zijn vijven, zonder noemenswaardige problemen, in Singapore aangekomen. Als deelnemers van de Sail Indonesia Rally konden we voor maximaal een maand voor de helft van de prijs in Raffles Marina terecht (omgerekend 16 euries per dag) . Raffles werd voor mij een van de meest comfortabele marina’s ooit. Behoudens goed functionerende zaken als douches (kammetje, wattestaafjes en gel liggen klaar) en wasmachines, is er een restaurant, een fitnessruimte, een lekker zwembad, een jacuzzi en elke keer krijg je er zo’n schone, dikke, witte handdoek om je af te drogen.’s Morgens wordt er een vuistdikke ochtendkrant in de kuip gegooid (Good morning Sir!) en als je wat zwaars te vervoeren hebt, zoals accu’s, komt er een dockhand met een golfcart voorrijden. Frequent rijdt er gratis een Shuttle Bus naar het Boon Lay MRT station (Mass Rapid Transit metro) waar een grote mall is gevestigd met een uitgebreide supermarket. Alle malls hebben airconditioning, zodat het er prettig toeven is, maar het was ook geinig om op de MRT te springen en in drie kwartier naar Little India of Chinatown te zoeven. Wat een leven daar. Veel mensen, veel scooters, veel exotische winkeltjes met kruiden, textiel of “etnische prullaria” zoals Indiase muziek, Hindoeplaatjes of Chinese Boedda’s en .... overal restaurantjes.
De avond voor Deepavali (het Indiase festval van het licht, waar gevierd wordt dat het kwade wordt overwonnen door het goede) zijn we met de Narid naar Little India gegaan.
Op straat heerst een feeststemming. Er zijn performances op een groot podium, waar we niet veel van kunnen zien, maar het is leuk met de feestende mensen mee te deinen. We eten heerlijk Indiaas in een groot druk restaurant. Kimberley en Anneke laten een hennah tattoo zetten,
Dirk koopt bijna een laptop voor weinig en Frans koopt nog maar eens Ganesh schilderijtje.
We bezoeken de indrukwekkende hindoetempel (Sri Veeramakaliamman), waar Kimberley een offertje brengt voor de broer van Dick die erg ziek is en we zien hoe een vrouw een beeld van Nandi (Hindoe god in de gedaante van een stier die meestal voor de ingang van een tempel zit) van alles in het oor fluistert. Later komen we er achter dat vrouwen veelal Nandi bezoeken inzake een vruchtbaarheidswens.
Op een volgende dag bezoeken we Chinatown, waar een deel van de oude stad bewaard is gebleven. Het is er vol van winkeltjes en bedrijfjes die overwegend in het teken van het tourisme staan. Het regent pijpestelen en we zien kans om hoppend van winkeltje naar winkeltje droog te blijven. We brengen een bezoek aan de Buddha Tooth Relic temple. Deze tempel werd recent, in 2008, afgebouwd met de bedoeling een behuizing te geven aan een tand van Boeddha. De tand zou in Myanmar zijn aangetroffen toen in 1980 een stupa was ingestort, maar tandheelkundigen durven de echtheid ervan te betwijfelen.
De tempel is klassiek qua ontwerp, maar eigentijds van opzet. Het bestaat uit 4 verdiepingen, die ieder een afzonderlijke functie hebben. Er is een theehuis, een cultureel winkeltje (waar Kimberley een bijzonder lampje met geurverspreider heeft gekocht) en verschillende gebedsruimten. Er is zelfs een ondergrondse parkeergarage. Het dak heeft een tuin met in het midden een pagode waarbinnen een gigantische gebedsmolen staat en 10.000 miniatuur boeddha’s. Het blijkt maar weer dat, in tegenstelling tot moslims, boeddhisten dol zijn op afbeeldingen.
In het museum zagen we veel beelden uit verschillende landen en kregen we de geschiedenis van het Boeddisme zeer inzichtelijk voorgeschoteld. We weten nu wat beter hoe het zit met de dikke Chinese Boeddha. Een dikke Chinese monnik zou bij zijn dood een bericht hebben achtergelaten, zo werd het althans geinterpreteerd, dat mensen tijdens zijn leven niet hadden opgemerkt dat hij Maitreya, de toekomstige Boeddha, was. Sindsdien is hij beschouwd gaan worden als een incarnatie van de toekomstige Boeddha en is hij vooral in China zeer populair geworden.
Zijn dikke buik, zo gaat het verhaal, kan alle moeilijkheden bevatten en met zijn gulle lach kan hij lachen naar allen die zich belachelijk gedragen.
Singapore (en het zuiden van Maleisie) is een gebied met wereldwijd de meeste blikseminslagen per jaar. Daarmee samenhangend vallen hier ook de meeste doden als gevolg van bliksem. Het is hier, vlak bij de evenaar, het hele jaar door warm en vochtig wat gunstige condities zijn voor de ontwikkeling van onweersbuien. Het gemiddelde ligt op 171 dagen onweer per jaar, dat wil zeggen dagen waarop je het hoort donderen en ziet bliksemen, met een piek in april/mei en november. De golfterreinen in Singapore hebben om het bliksemgevaar allemaal een schuilkelder en soms moet een miljoen dollar play-off stopgezet of uitgesteld worden wegens het weer. Voor de yotties zijn de ‘thunderstorms’ een bron van zorg. Met regelmaat worden er (hoofdzakelijk polyester) boten getroffen die genoodzaakt worden alle elektrische apparatuur te vervangen. De stalen Gemini is hier als grote kooi van Faraday in het voordeel, hoewel wij voor de zekerheid GPS’en, iPhones en laptops bij hevig onweer in de oven leggen. Je hebt ook nog zoiets als de bolbliksem die als een voetbal de kajuit in kan rollen. Gelukkig komen die niet vaak voor.
Singapore. Tja, wat kun je er verder over zeggen. Het is een verbazingwekkende stad. Het heeft een koloniaal verleden met de Engelsen en is nu een onwaarschijnlijk moderne en dynamische samenleving die zich binnen no-time heeft opgewerkt tot wat het nu is. Bijna vijf miljoen Singaporeans en hun bedrijven, alles samengepakt op enkele eilanden, bij elkaar niet groter dan 25 bij 45 km in het vierkant. Het verschil met het 5 mijl verderop gelegen Indonesie, waar we net vandaan zijn gekomen, is immens. Hier geen mensen in houten hutten met palmbladeren dak, maar wolkenkrabbers bekleed met van dat blauwe glas. Alles is er te krijgen qua gereedschap, technologie of onderdelen. De meeste yotties hebben zich dan ook over kunnen geven aan het verzamelen van nodige, en onnodige, spullen voor hun boot. Voor de Gemini heb ik een nieuwe mobiele marifoon aangeschaft, voor weinig. Ja, die was wèl nodig.
De Singaporeans zijn een zeer nijver volkje. Op jaarbasis maken zij wereldwijd de meeste werkuren, heb ik net op Nu.nl gelezen. Onderzoeken naar welbevinden met betrekking tot het werk worden hier evenwel niet gedaan ...
Als je als tourist door de binnenstad loopt, lijkt het favourite tijdverdrijf van de Singaporeans het bouwen van shopping malls om zich later over te kunnen geven aan het shoppen in de malls. Door het relatief kleine beschikbare grondgebied zijn ze genoodzaakt het in de hoogte te zoeken, hetgeen hen aardig lukt getuige de vele woontorens, hotels en kantoren. Het tekort aan land wordt met ‘inpolderprojecten” tegengegaan. Het zijn polders welke worden gevuld met Indonesische grond, aangevoerd door de vele sleepboot/bak combinaties, die wij onderweg herhaaldelijk zijn tegengekomen.
Een van de meest verbazingwekkende gebouwen is Marinebay Sands Hotel, een hotel-casino combinatie waar boven op drie gigantische tweepotige torens een enorme boot is gebouwd. Er zouden zich zwembaden, restaurants en amusementsparken bevinden. Wij hadden daar afgesproken met Ferry (we waren weer eens te laat..) zijn vrouw Jenny en hun zoon Glenn. Ferry is een jeugdvriend van mij uit de jaren 60, die al zo’n 15 jaar in Singapore woont, Het dak van Marina Bay Sands konden we helaas niet bezoeken. Omdat Kimberley met haar slippertjes underdressed was, werden we niet toegelaten. Ferry had ik het jaar daarvoor nog in Rotterdam ontmoet en het was leuk nu ook zijn gezin te leren kennen. Jenny, die een gecertificeerde guide is van het Nationale museum van Singapore heeft ons daar een rondleiding gegeven. Indrukwekkend museum, waar Jenny vooral over de geschiedenis van Singapore inzichtelijk heeft verteld.
Raffles, een Britse legerofficier, was niet zo maar een man. Wetende dat alle schepen tussen het Verre Oosten en Europa langs de punt van Singapore moesten is hij, met instemming van zijn regering, in 1819 begonnen met de bouw van de stad. Met geslepen politiek spel wist hij de zittende oudere sultan uit te spelen tegen zijn zoon en er werd er een overeenkomst aangegaan waarmee de Britten, naast de Sultan, konden regeren. Er werd een fort gebouwd en al snel floreerde de handel.Uit de gehele wereld kwamen er mensen af op deze nieuwe magneet, vooral uit China en Zuid Oost Azie. Ruim 75 % van de bevolking bestaat thans uit Chinezen, gevolgd door 15% Maleisiers en zo’n 10% Indiers. Op Monaco na is het de dichtst bevolkte natie ter wereld. Singapore is nu de meest succesvolle economie in de regio, terwijl het helemaal geen natuurlijke grondstoffen heeft. Het enige wat ze hebben is de LOCATIE.
Het is een gereguleerd land, sommige zullen zeggen overgereguleerd. Hier geen graffiti of straatvuil, maar rekeningrijden (je auto wordt electronisch geregistreerd in bepaalde stadsdelen waar een aparte heffing bestaat) en openbaar vervoer dat op tijd rijdt. De straffen op overtredingen en strafbare feiten zijn naar ons idee exorbitant. Singapore kent de doodstraf voor zware delicten (zoals drugssmokkel en moord). Gemiddeld zijn er zo’n 20 executies per jaar. In de krant kon ik lezen dat uitspraken van de rechter regelmatig lijfstraffen bevatten in de vorm van stokslagen. In een krantenbericht lees ik dat de slagen met een buigzaam eind rotan door een in gevechtssporten getrainde beul uit volle kracht worden toegebracht op de blote billen van de vastgebonden gevangene. Bij iedere slag scheurt de huid open om blijvende littekens achter te laten, de pijn is zo groot dat menig gevangene het bewustzijn verliest. .. In Azië, lees ik verder,wordt de samenleving als geheel belangrijker gevonden dan het individu. Hier is een harde hand heel gewoon. In Singapore worden jaarlijks een stuk of duizend verdachten tot stokslagen veroordeeld.
Voor dat de Narid, Kindofblue en de Gemini voor onbepaalde tijd uit elkaar gaan vieren we het afscheid met een avond frietjes bakken op de steiger bij Narid en een heerlijk diner in een Japans restaurant.