Aangepast zoeken

 



  reisverslagen  
WEEK 33 Van Pamana tot Riung (Indonesië) door Kimberley




Op 14 augustus vertrekken we van Pamana eiland naar het kleine plaatsje Maurole aan de noordkust van het eiland Flores. Toen in de 16de eeuw de Portugese kolonisten de macht kregen op dit eiland noemden zij het eiland ‘Flowers’. De naam is, vanwege het prachtige landschap (en trouwens ook het katholicisme die hier vaste grond onder de voet kreeg), blijven hangen.

Als we aankomen bij een mooie baai, waar we volgens de coördinaten ergens voor anker zouden moeten, zien we geen andere boten. We weten niet precies waar we moeten zijn en gaan bijna voor anker tussen een paar vissersboten. Het is er flink rolly en het vooruitzicht hier enkele dagen te moeten liggen stemt ons pessimistisch. Een behulpzame visser wijst ons gelukkig waar we moeten zijn, een volgend baaitje beschermd tussen twee riffen. De eerste keer ankeren we te dicht bij het rif, maar na een tweede poging liggen we keurig voor anker dichtbij het strandje van een kampung, waar we vanaf de Gemini zo het dorpsleven aan ons voorbij zien trekken.
House on stilts with children, Maurole
Kinderen spelen in het zand en de vissers trekken zojuist hun kano´s het strand op en zijn bezig de kleine visjes uit de netten te halen. We laten de dinghy te water en kunnen zelf ook zo het strandje op. De dorpelingen wijzen ons er met gebruik van handen en voeten op dat dit de beste plek is om aan wal te komen en dat er even verderop verraderlijke rotsen zijn die met laagwater de dinghy flink kunnen beschadigen.
Fishing net Maurole
De mensen zijn erg vriendelijk en we laten met gerust hart de dinghy achter. We gaan verderop kijken en worden meteen omringd door kinderen en de volwassenen volgen snel om te zien waar al het tumult om te doen is. We willen graag wat boodschappen doen en worden naar een zeer klein buurtwinkeltje gebracht. Om te weten hoe laat de winkel dichtgaat proberen we met behulp van Frans zijn kamus (woordenboek) en tutup (dicht) dit duidelijk te maken, maar we komen er moeilijk uit.


Uiteindelijk besluiten we maar alles te kopen voordat we ergens wat gaan eten, zodat we niet straks voor een dichte deur staan. We kopen eieren, uien, knoflook, crackers, koekjes en water. Vlees en overige groentes zijn er niet te koop. Bepakt en gezakt vragen we waar ergens een warung is. Het blijkt dat er in de wijde omtrek maar één warung is en dat lopen met al die boodschappen te ver is. Voor een kleine bijdrage willen twee jongens ons wel even brengen op hun brommertje. Het blijkt een schattig huisje te zijn met maar een soort maaltijd; rijst met vis en wat groente. Tot onze verrassing is het buitengewoon smakelijk en met volle buiken worden we teruggebracht naar het dorp. Daar moeten we nog een stuk lopen en ondertussen is het donker geworden. Verlichting is er niet en de dorpskinderen nemen ons heel lief mee aan de hand en dragen onze boodschappen. Ze wijzen ons waar we moeten lopen zodat we niet struikelen en aangekomen bij de dinghy laden ze onze boodschappen ook nog eens in de boot.

De volgende dag komen er nog twee zeilboten de baai in. Wij gaan wederom aan land en worden opgewacht door Vincent die zich voorstelt als gids. Als wij hem complimenteren om zijn goede Engels vertelt hij ons dat hij jaren op Bali heeft gewoond en daar Engels heeft geleerd door te werken met toeristen. Sinds een paar jaar is hij teruggekeerd naar zijn geboortedorp Mausambi. Verder laat hij weten teleurgesteld te zijn dat Maurole dit jaar niet, zoals de jaren ervoor, een officiële stop is van de Sail Indonesia rally. Hij is, zo zegt hij zelf, wel gevraagd door de officials van Ende regency om alle yachties zo goed mogelijk te begeleiden tijdens hun verblijf hier. Wij vragen hem waar we vlees en groente kunnen kopen en waar we de was kunnen laten doen. Vincent vertelt ons dat vlees alleen te verkrijgen is door het kopen van levende kippen, varkens of koeien… We zijn er nog niet klaar voor om de locals in dit gebruik te volgen en focussen ons nu op de groente en de was. Vincent weet een plek waar we bij mensen in de tuin onze eigen groentes kunnen plukken en neemt ons mee op sleeptouw. Daarnaast wil zijn vrouw wel onze was doen voor een kleine bijdrage. Ook vraagt hij of wij zin hebben in een door hem georganiseerde en door ons betaalde barbecue met een gegrild varken en of we de andere yachties willen vragen of zij ook zin hebben. Wij wijzen dit van de hand en worden wel uitgenodigd om de volgende dag bij Vincent en zijn familie te komen eten, waar we wel op in gaan.

Carnaval Maurole Carnaval Maurole

Op weg naar de tuin zijn wij onverwacht getuige van een optocht van het kindercarnaval ter ere van de Indonesische onafhankelijkheid die overmorgen officieel gevierd wordt. Het is grappig dat de kostuums vooral zijn geïnspireerd op toekomstige beroepen of functies en niet zoals bij ons op fantasiefiguren. De meisjes zijn veelal verkleed als non of verpleegster. De jongens als politieagent, priester of legerofficier. Daarnaast zijn ook veel kindjes gehuld in de traditionele Indonesische kledij. Doordat Maurole zo afgelegen ligt komen er zelden toeristen. Wij kijken onze ogen uit, maar misschien kijken de kinderen nog wel meer naar ons. Na voor een schijntje een hoop verse groente te hebben gekocht en bij een plaatselijk winkeltje ´Orange Water´ te hebben ingeslagen (gelukkig verkopen ze dat overal) neemt Vincent ons mee naar een huisje om de plaatselijke moonshine (Arak) te proeven.


Gezeten tussen een priestertje en een nonnetje laat Frans de Arak op zich inwerken. Het is gemaakt van een speciaal soort palmsap wat gekookt is en waarvan de damp wordt opgevangen, de Arak. De sterkte van het residu dat ontstaat varieert iedere keer in alcoholpercentage, maar is eigenlijk altijd erg sterk. Frans besluit meteen een fles in te slaan. Vincent vraagt of wij lege buitenlandse drankflessen hebben van bijvoorbeeld whisky, die wij beloven de volgende dag voor hem mee te nemen. Als die avond de vissers terugkomen naar het dorp worden ons wederom langoesten aangeboden voor een klein prijsje. Dus weer heerlijk gegeten!








Op 16 augustus zijn Frans en ik gaan snorkelen langs de riffen. Er liggen prachtige dieppaarse, lila en felblauwe zeesterren op de bodem. We zien veel mooie kleine visjes en als we langs een drop off snorkelen ook nog twee grotere roofvissen. Eind van de middag nemen we de was mee aan land waar Vincent ons op het strand al staat op te wachten. Hij vertelt ons dat de vissers een probleem hebben met de buitenboordmotor van hun vissersbootje. Ze hebben onderweg het rif geraakt en na veel handgebaren wordt Frans duidelijk dat de breekpen is afgebroken. Er wordt Frans gevraagd of wij toevallig een reserve hebben. Gelukkig hebben wij er eentje en is hun inkomensbron weer veilig gesteld. De vissers verzekeren, wanneer Frans daarom vraagt, de Gemini goed in de gaten te houden als wij er niet zijn. Vincent en een dorpeling brengen ons op de brommer naar de andere kant van de baai waar Vincent woont. Zijn lieve vrouw heeft heerlijk gekookt en we maken kennis met de rest van zijn familie die allen in verschillende huisjes op hetzelfde lapje grond wonen. Vincent vertelt ons dat hij plannen heeft Engelse les te gaan geven aan de dorpskinderen en vraagt ons of wij misschien een woordenboek en wat schriften willen doneren. Dat willen wij wel en zeggen toe er naar op zoek te gaan als we in de grotere stad Ende zijn. Die avond regelen we vervoer naar deze stad op de motor met Vincent en zijn neefje. In Ende zullen wij Stefan en Geert, vrienden van Frans, ontmoeten. We zijn van plan met z´n vieren de beroemde vulkaan de Kelimutu (met driekleuren meren) te bezoeken.










Op 17 augustus is het Onafhankelijkheidsdag in Indonesië. We doen ons best juist op die dag in Ende te zijn om de festiviteiten mee te maken. We laten de Gemini met een gerust hart achter, wetend dat de vissers een extra oogje in het zeil zullen houden. Frans en ik zitten bij Vincent en zijn neefje achterop de motor en rijden dwars over de bergen en rijstvelden naar de andere kant van het eiland. Flores doet zijn naam eer aan, het uitzicht is adembenemend en we genieten beiden van de tocht. We laten de jongens regelmatig stoppen om foto’s te maken en hebben afgesproken dat als zij een leuke bezienswaardigheid weten onderweg, zij ook zullen stoppen. Op een gegeven momenten stoppen we dan ook bij een grote rots langs de weg. Op het eerste gezicht niks bijzonders, tot Vincent ons een marmeren plakkaat aanwijst met de Nederlandse woorden ‘Floresweg geopend 31/8 – 1925’. Het brengt ons plotsklaps terug in de tijd. Het is heel apart voor ons om op de Indonesische Onafhankelijkheidsdag midden in de bergen, langs een smalle geasfalteerde weg, opeens Nederlandse woorden op een rots te zien staan. We realiseren ons weer wat een invloed de Hollanders in Indonesië moeten hebben gehad.

De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd door de Hollanders gesticht in 1602 om de specerijenhandel te organiseren. Hun strategie was exclusieve handelsovereenkomsten te sluiten met locale machthebbers waar mogelijk, en om hun zin door te drijven met militair geweld waar nodig. In de 2e helft van de 17de eeuw verdreven de Hollanders vanuit hun hoofdkantoor in Batavia (nu Jakarta) de meeste Portugezen uit Indonesië. Zo ook van het eiland Flores. Ook namen zij het op tegen verscheidene Indonesische sultans. De VOC ging Hollandse handelsnederzettingen in meerdere Islamitische havens opzetten, langs de route van de specerij eilanden, maar bijvoorbeeld ook Melaka in 1641 en Makassar in 1669. In 1850 kregen ze de overgebleven Portugese enclaves in handen op Flores, maar werden nog herhaaldelijk geconfronteerd met rebellen en oorlogen tussen verschillende tribes. Dit duurde voort tot de Hollanders in het jaar 1907 een militaire campagne startten in centraal en west Flores, wat de onrust op het eiland grotendeels beëindigde. Missionarissen begonnen in de twintiger jaren de geïsoleerde bergen van het eiland te doorkruisen en uit deze tijd stamt dus ook de ´Floresweg´.
De Hollanders bleven aan de macht tot de WWII. Nadat in 1942 Japan Nederlands-Indië was binnengevallen, namen zij de macht over. Meer dan 200.000 Hollanders, Chinezen en geallieerde troepen werden in concentratiekampen geplaatst. Meer dan 30% van de gevangenen zijn in de daarop volgende jaren overleden. Op 15 augustus 1945 gaven de Japanners zich over, waarna Indonesische nationalistische studenten Soekarno en zijn collega Hatta kidnapten om hun onder druk te zetten de onafhankelijkheid uit te roepen. Dit deden zij uiteindelijk op 17 augustus. Dit is echter niet de dag dat Indonesië officieel onafhankelijk werd. In 1946 kwamen 55.000 Nederlandse soldaten aan die met veel geweld de macht weer in handen van Nederland wisten te krijgen. Alleen al in Zuid-Sulawesi werden zeker 6000 Indonesiërs geëxecuteerd (sommige zeggen wel 40.000). In de eerste van de twee zeer gewelddadige politionele acties op Java en Sumatra in 1947 werden nog eens minimaal 8000 Indonesiërs gedood. In de tweede politionele actie in 1948 vielen nog meer doden en werden ook Soekarno en Hatta gevangen genomen. De internationale opinie keerde zich hierop tegen Holland (vooral de V.S.) en bleek er voor Nederland niks anders op te zitten dan de soevereiniteit over te dragen aan de Indonesische Republiek op 27 december 1949. Ik vind het persoonlijk wel wat hebben dat Indonesië vast blijft houden aan 17 augustus als de dag waarop zij onafhankelijk werden in plaats van 27 december, de dag waarop Nederland er uiteindelijk mee akkoord ging. Uiteindelijk hebben in de revolutie tussen de 70.000 en 200.000 Indonesiërs hun leven verloren samen met zo’n 700 Nederlandse en Britse militairen en een paar duizend Japanse militairen.


Ja, Nederland heeft er verschrikkelijk huis gehouden en ik vind het verbazingwekkend hoe enthousiast de mensen nu reageren als we zeggen uit ‘Belanda’ te komen. Toen Frans hier was in 1990, was dit nog wel eens anders en kon het woord ‘Belanda’ bij de oudere Indonesische garde nog flink wat wrevel oproepen.

Als wij na een lange tocht aankomen in Ende blijken wij weer eens net te laat zijn. De festiviteiten zijn voorbij. De fanfare stopt zojuist met spelen en de parade valt uiteen. Er zijn hordes mensen op straat, maar iedereen is op weg naar huis gegaan. Dan maar ergens lekker eten en we nodigen onze drivers uit voor een late lunch. In Indonesië hebben veel eethuisjes schalen in de etalage met verschillende gerechten. Je mag dan zelf uitkiezen wat je op je bordje wilt hebben en iedereen maakt zijn eigen mix. Na de lunch zetten de jongens ons af bij hotel Ikhlas waar we een kamer boeken voor de nacht met twee aparte bedden. Er blijkt onduidelijkheid bij de betaling van Vincent, die meer geld verwacht. Frans houdt vast aan het afgesproken bedrag, wat hij wel schappelijk naar boven afrondt. Op de kamer verschuiven we de bedden zo dat Frans aan het ene eind van de kamer ligt en ik aan de andere kant en ik geen last heb van zijn gesnurk. Die avond eten we bij de warung aan de overkant. We wilden eerst bij Rumah Makan Istana Bambu eten, maar die bleek dicht te zijn vanwege Onafhankelijkheidsdag. De volgende dag verkennen wij Ende en lopen naar het Musium Bung Karno, het voormalig huis van Soekarno tijdens zijn ballingsschap in de dertiger jaren. Jammer genoeg is het om onbekende redenen gesloten. Voor de lunch besluiten we naar Rumah Makan Tiana te gaan, wat aangeprezen wordt om de heerlijke saté. Het lijkt een korte wandeling op de kaart, maar blijkt een lange steile weg die flink wat energie (en voor Frans zweetdruppels) vergt. Het lopen in de hitte wordt echter ruimschoots beloond. Het is de lekkerste saté die ik in heel Indonesië zal eten met verrukkelijke satésaus waar stukjes gember in zitten. Op de terugweg komt Frans door het ongelijke trottoir ten val en haalt zijn knie open. We gaan meteen op zoek naar een apotheek voor pleisters en ontsmettingsmiddel om ditmaal een erge infectie, zoals vorig jaar in Vanuatu, te voorkomen. Daarna bezoeken wij een park dat ter ere van Soekarno is aangelegd. Hier staat de boom die ‘Bung Karno’ toen hij zijn filosofische doctrine voor Indonesië ontwierp, zou hebben geïnspireerd tot het kiezen van de Banyan boom als symbool van eensgezindheid tussen de vele etnische groeperingen in Indonesië.
In de middag belt Stefan ons op vanuit Bali en laat weten dat het niet mogelijk is een vlucht te boeken van Denpasar naar Ende en ze naar Maumere zullen vliegen. Voor een moment zijn we teleurgesteld, omdat we denken niet meer met z’n allen naar de Kelimutu te kunnen, maar dan besluiten we de jongens in Moni te ontmoeten. Dit plaatsje wordt ook wel de gateway naar de Kelimutu genoemd aangezien het zich vlak onder de bewuste vulkaan bevindt en ligt tussen Ende en Maumere in. Later die dag ontmoeten wij een Nederlands koppel die ook in hotel Ikhlas verblijft en er een half jaar tussenuit zijn geknepen. Het klikt tussen ons vieren en we gaan samen in de bemo om dit keer wel bij Istana Bambu te gaan eten. We hebben een gezellige avond met goed eten en het blijkt dat dit jonge sportieve stel ook plannen heeft om de Kelimutu te bezoeken.

Op 19 augustus regelen we weer twee ojeks om dit maal vanaf Ende naar Moni te reizen. Als we even moeten wachten op de drivers die eerst moeten gaan tanken hebben we een onverwachte, leuke ontmoeting met een groep vrouwen die in een overheidsgebouw werken. De missie van deze dienst is ons nooit duidelijk geworden.
unexpected meeting in Ende
´unexpected meeting in Ende´

Het is weer een leuke tocht en Frans en ik zijn blij om op een motor in plaats van in een propvolle bus te zitten. Daarnaast word ik op een motor niet wagenziek, wat anders zeker het geval zou zijn geweest met al die haarspeldbochten. Eind van de middag komen we aan in Moni en nemen onze intrek in Bintang guesthouse. Schattige kamertjes maar jammer genoeg geen aparte bedden. Gelukkig kunnen we een extra matras regelen voor Frans op de grond. Hij geeft niet zoveel om de klamboe die om het bed hangt. Die middag eten we ook lekkere nasi goreng is het restaurant van het guesthouse. Stefan en Geert verwachten we die avond niet meer en zijn des te meer verrast als we gebeld worden met het nieuws dat ze onderweg zijn naar Moni. Ze hebben een SUV kunnen huren met mega ghetto blasters die de hele weg keihard aanstaan. Gelukkig kunnen wij nog snel een kamertje voor hen reserveren. Die avond eten we bij een lokale warung samen met het Nederlandse stel. Geert kan het gelijk goed met ze vinden doordat ze dezelfde passie delen: kitesurfen! Wel jammer dat er een made in sla zit. Voor de rest was het wel smakelijk.
surroundings Moni

surroundings Moni

surroundings Moni

Going up the Kelimutu, Flores -by Geert-
going up the Kalimutu
De volgende ochtend vroeg vertrekken wij voor zonsopgang in een busje naar de Kelimutu zodat wij bovenop de vulkaan de zon kunnen zien opkomen. We worden afgezet op het parkeerterrein en na een kopje koffie voor de boys beginnen we een steile klim naar boven. Het is koud boven op die berg en we dragen meerdere lagen kleding om ons warm te houden. Ik heb een kussensloop als sjaal om mijn hals gebonden en Frans zijn gehele zijden slaapzak. Het is een aardige klim en vooral Frans en ik zijn blij als we het hoogste punt hebben bereikt. De top is geheel in wolken gehuld en we kunnen niets zien. We wachten tot de zon opkomt en als dan opeens de wolken uiteen gaan en de zon doorbreekt zien we de meren stuk voor stuk liggen en worden we beloond voor onze klim.

Kelimutu sunrise

Voor de locals is de Kelimutu een heilige plaats en een legende vertelt dat de zielen van de overledenen naar deze drie vulkaanmeren komen na het overlijden. De zielen van de jonge mensen gaan naar de warmte van Tiwu Nuwa Muri Koo Fai (turquoise meer), oude zielen naar de kou van Tiwu Ata Polo (bruine meer) en van de krankzinnige zielen naar Tiwi Ata Mbupu (zwarte meer).



Boven op de vulkaan komen we wederom het Nederlandse stel uit Ende tegen.
Na foto’s te hebben gemaakt en te hebben genoten van het uitzicht beginnen we aan de terugtocht naar beneden. We hebben besloten de gehele berg af te lopen in plaats van een busje naar beneden te nemen, wat ons in totaal meer dan 3 uur zal kosten. Het is een mooie wandeling over een gedeeltelijk geasfalteerde weg en het laatste stuk gaat dwars door het oerwoud. We nemen een jalang potong (short cut) en maken een wandeling door het dorpje Manukako. Een aardige vrouw wil graag wat extra’s verdienen en biedt aan een fruitsalade voor ons te maken waar we geen nee op zeggen. Na een welverdiende pauze is het nog ruim een uur terug naar het guesthouse. Ik loop heel de weg op slippers en het valt niet mee om over de kleine zanderige bergpaadjes niet per ongeluk naar beneden te glijden. Onder aan de berg komen we uit bij de 10 m hoge air terjun waterval. Er schijnen ook warmwaterbronnen te zijn, maar die hebben we niet kunnen vinden.





Na een heerlijke lunch ben ik ‘ganz kaput’ en gelukkig komt Vincent er aan om ons terug naar Maurole te brengen. Als wij het wagentje zien waar hij mee aan komt zetten, zijn we allemaal teleurgesteld. Het is een halfvergane roestbak en het wordt een oncomfortabele tocht. Ik zit voorin tegen de wagenziekte en kan door de gaten in de vloer het wegdek zien.


Onderweg stoppen we wel bij mooie rijstvelden, warmwaterbronnen en een markt waar we lekkere verse groentes kopen. In Mausambi stoppen wij eerst bij Vincents huis waar we getrakteerd worden op verse kokosnoten van de palm in de achtertuin. We maken Vincent blij met de schriften en het woordenboek welke wij in Ende gekocht hebben voor zijn Engelse lessen en krijgen de perfect schone was terug van zijn vrouw. Stefan en Geert kijken geïnteresseerd rond, nemen foto’s en maken kennis met de familie. Als we weer bij het strand zijn, zijn we blij na de lange tocht de Gemini nog steeds veilig achter haar anker zien liggen. Frans zwemt naar de boot om de dinghy op te halen en in 2x brengt hij crew en bagage aan boord. Geert en Stefan hebben eerdere tochten met de Gemini meegemaakt en vinden het leuk weer aan boord te zijn. De volgende dag willen we vertrekken naar de volgende Sail Indonesia bestemming: Riung.


















terug naar de reisverslagen



juli - november 2007
 Ecuador - Marquesas - Genootschapeilanden
  -Frans

mei - juni 2007
 Panama & Galapagos
  -Harriet & Frans

maart - april 2007
 Cartagena & Panama
  -Frans

maart - april 2007
 Curaçao - Cartagena
  -Iris & Frans

mei 2006
 Curaçao
 STRIPVERHAAL
 - Coja &Proza

april 2006
 Isla de Margarita
 - Aad & Frans

maart - april 2006
 Curaçao-Isla de Margarita
 - Stefan, Richard & Frans

mei-juni´05
  Cuba-Jamaica-Haiti-
 Curaçao
 - Toos, Wilma &Frans

april.´05
  Cuba zuidkust
 - Harriet &Frans

mrt-apr.´05
  Cuba
 - Frans

februari´05
  St Maarten-St Croix-
 Puerto Rico-
 Dom.Republiek-Haiti-
 Jamaica-Cuba
 - Art, Lies & Frans

kerst´04 - jan´05
 Kp Verden - St Maarten
 - Iris & Frans

najaar 2004
  Ned-Gran Canaria
 - Lino & Frans


All Rights Reserved 2005-2010. | www.sy-gemini.nl | Design by IMAGEPOINT