Een paar dagen in Falmouth verwaaid gelegen. Dat was niet leuk. Er trok een vette depressie over Engeland, daarvan hadden we het staartje terwijl de kern over Schotland richting Noorwegen wegtrok. De depressie zou elders in Zuid-Engeland grote schade hebben aangericht met overstromingen en zo. Wij hebben daar iets van meegemaakt. Falmouth is een zeehaven, dus 4 of 5 op de molen is niet ongebruikelijk. Maar de wind trok ineens aan tot 6 en 7 bft. Paniek alom. Er lagen die dagen veel schepen, wel 3 of 4 rijen dik afgemeerd. De Gemini weegt 20 ton en was het derde schip in rij. De binnenste twee schepen waren polyester boten van hooguit 7 ton elk. Als de wind vat zou krijgen op de Gemini, zou die in zijn gang alles meetrekken en mogelijk de landvasten van het schip aan de steiger kapot trekken. We moesten iets doen. Nu had Frans, letterlijk op de valreep, nog een dyneema lijn van 100 meter gekocht, tegen de halve prijs. Die kostte maar 500 euro en is op het laatste moment aan boord gebracht. Dyneema is een kunststof sterker als staal. De lijn was dan ook vooral bedoeld als reddingsmiddel, voor als de verstaging het zou begeven en er een noodtuig nodig zou zijn. Nu kwam die lijn goed van pas. We hebben die uitgebracht, klauterend over bootjes, en wel 50 meter lang belegd op een bolder aan een steiger aan de overkant om de Gemini te behoeden voor afwaaien. De lijn stond al snel snaarstrak. Je kon er met je volle gewicht op gaan staan en dan nog kreeg je hem niet naar beneden. Daar hing de Gemini dus aan en eigenlijk ook de twee bootjes aan de binnenkant. Voor het overige was het afwachten van de depressie een saaie aangelegenheid. Er waren wat klusjes aan boord en we hebben flink boodschappen gedaan. En dan was er natuurlijk ook het ‘socialisen’ met de andere yachties. Maar of dat allemaal zo geweldig was weet ik niet. Naast ons lag een jacht met een vrouwelijke tandarts en haar vriend. Ook zij wilden ver weg, maar pas volgend jaar. Als zij Frans maar zag stoof ze het dek op en had allerlei interessante vragen. Frans, de sukkel, had dat niet op tijd door en heeft haar nog aan boord uitgenodigd om het schip te laten zien. Een gemeenschappelijk etentje heb ik op tijd kunnen voorkomen. Daarnaast, dus aan de steiger, lag een tof jacht de SKARDU. Degelijk, maar wel polyester. Het was van twee Amerikaanse jongens die ongeveer dezelfde kant op moesten als wij. Ze hadden het jacht pas twee maanden geleden gekocht en lagen al 2 weken in Falmouth te wachten op goed weer om de oversteek te maken. Dat verbaasde ons. In die tijd hadden ze al 3 keer weg kunnen zijn. Ook zij pappen uitgebreid aan met Frans en uit allerlei signalen maakten wij op dat ze niet veel zee-ervaring hebben. Zo is de organisatie aan dek niet wat hij behoort te zijn en kunnen ze de weerkaarten onvoldoende interpreteren. Ze willen net zoals wij naar Bayona en vragen naar een kletskanaal voor onderweg. We spreken 72 af, maar daar heb je op volle zee gezien het beperkte bereik niet alles aan. In het internet cafe hadden we een hoop weerkaarten opgehaald. De depressie waar we in zaten trok naar Noorwegen. Daar waren we van af. Er lag nog een tweede depressie boven de atlantische oceaan, maar buiten de 30 graden en de verwachting is dat die noord zou gaan en niet oost. Daar hebben we geen last van, dachten we, dus 21 augustus zijn we (eindelijk) richting Spanje (Bayona) gegaan.
Lino
terug naar de reisverslagen
|