De reparaties door de MYD-scheepswerf van Pago Pago zijn wonderlijk verlopen. Voor de VHF zou een electronica-man zijn gestuurd. Die is nooit op komen dagen. Op de reparatie van de hydraulische bilgepomp, die werd gedemonteerd en meegenomen, heb ik dagen moeten wachten. De pomp loopt weer, maar volgens mij niet met de nieuwe lagers die volgens monteur Wayne zijn gemonteerd. De as loopt niet soepel en de oude lagers waar ik nadrukkelijk om heb verzocht zijn niet boven tafel gekomen. Gelukkig waren nieuwe lagers niet in rekening gebracht, wat anders het nodige gedoe met zich zou hebben meegebracht.
Het ankerop gaan bleek een ultieme test voor de ankerwinch. De winch blokkeerde en toen ik langzaam het anker los ging varen werd er, zonder te slippen, een berg stinkende ellende boven gebracht. Een eind ankerketting (ik schat van 14 mm dik) kon ik gelukkig doortrekken (in Venezuela moest ik voor iets dergelijks een grote val als hijskraan inzetten) en een stuk visnet en een hoop dik visdraad kon ik lossnijden.
De tocht naar Apia, circa 80 mijl, verliep voorspoedig. De zee was wel, wat ze wel eens noemen, “confused” met golven van alle kanten. ’s Morgens om 9 uur werd op mijn oproep met de handmarifoon gelijk door ‘APIA Port Control’ gereageerd. Bij de ingang van de haven werd ik door twee mannen in een dinghy opgewacht die me naar de (nieuwe) marina begeleidden (de marina is verplicht) en assisteerden bij het afmeren. Vervolgens kwamen de havenmeester, de health department, quarantine en douane aan boord. Ik kreeg wel een aantal standjes: er was geen vlaggetje van Samoa in de vlaggemast en de vuilnis van Pago Pago had ik daar moeten dumpen. Nu moet de afval voor drie Tala (= 1½ dollar US) worden verbrand. Net als Nieuw Zeeland zijn Samoans dus ijverig in het weren van ziektekiemen. De meisjes van de health department roken de stank van de ankerketting en wisten gelijk dat ik van Pago kwam. Ze adviseerden de hele ankerketting op de kade uit te leggen en flink te schrobben. De immigratie liet op zich wachten en de volgende ochtend ben ik maar zelf naar het kantoor in de stad gegaan.
Samoa, vroeger bekend als West Samoa, bestaat uit twee grote eilanden, Upolu en Savai’i en nog een paar kleine eilandjes. Savai’i is het grootst, maar Upolu het meest ontwikkeld. Het centrum voor de regering en de handel is in Upolu. Net als Amerikaans Samoa arriveerden hier na de walvisvaarders en ontsnapte criminelen de missionarissen, de handelaren en plantage houders. Je vraagt je af hoe het christelijke geloof hier zo’n vruchtbare voedingsbodem gevonden kan hebben. Volgens de Lonely Planet zou het te maken hebben met een legende en de voorspelling door de Polynesische godin van de oorlog, Nafanua dat er een nieuw geloof wortel zou schieten in Samoa. Er zijn op zeker hier meer kerken dan kroegen en op zondag kun je hier kannonnen afschieten. Opvallend is de grote invloed van de mormonen. Samoa wordt gerekend tot de "Bible Belt of the Pacific" en tussen de dorpen schijnt er rivaliteit te bestaan over wie de meeste kerken heeft…...
Er zijn zo’n 180.000 Samoans, waarvan de meeste nog op oorspronkelijke wijze in dorpen langs de kust leven. Economisch is Samoa onderontwikkeld. Ze zijn vooral afhankelijk van de export van cocos, cacao en taro. Taro is het volksvoedsel, zoals bij ons de aardappel.
Apia is weer zo’n plek waar je gemakkelijk zou kunnen blijven hangen. Het enige wat ontbreekt is WiFi in de marina; voor internet moet je nog naar een van de weinige internetcafe’s in de stad. Samoa is uitzonderlijk traditioneel georiënteerd en dat gaat verder dan dat elke morgen bij het hijsen van de vlag voor het regeringsgebouw door het politiecorps fanfare wordt gemaakt. De Fa’a Samoa, de gebruiken van Samoa, die veel van de sociale omgang regelen, worden bloedserieus genomen. Zo werd mij gezegd toen ik op de markt wilde fotograferen, eerst toestemming te vragen aan de chief (Matai). Ook de opvallende uiterlijke vriendelijkheid en toegankelijkheid van de Samoans zouden door traditionele gedragscodes zijn ingegeven.
Opmerkelijk hoe snel je went aan aanvankelijk in het oog springende zaken zoals monumentale graftombes in de voortuin van huizen en de kleding van de Samoan mannen met hun lava lava, of zeg maar rok. Een Aziatische sarong is toch net ff anders. Het misstaat de mannen niet vind ik en het lijkt me praktisch in dit klimaat. Er bestaat een‘business suit’ uitvoering met een donkerblauwe lava lava en een wit westers overhemd.
Net als in Tahiti wordt er op geëxalteerde wijze uiting gegeven aan homoseksualiteit van mannen, tenminste ik dacht dat daarmee de kous af was. Mij is uitgelegd dat “ Fa’afafine” wat zoiets ‘als een vrouw’ betekent ook traditioneel is bepaald, volledig door de gemeenschap wordt geaccepteerd en meer is dan wat bij ons als ‘nichterig’ zou worden omschreven. De eventuele vrouwelijke equivalent is voor mij onduidelijk gebleven.
Zaterdagochtend heb ik het gerestaureerde huis van de schrijver Robert Louis Stevenson (Treasure Island, Jekyll/Hyde, Kidnapped) bezocht en de hike naar zijn graftombe boven op de heuvel gemaakt. De laatste 5 jaar van zijn leven heeft hij hier, samen met zijn familie, gewoond en gewerkt tot hij door een beroerte werd geveld. Rond 1890 speelde in Samoa het ‘landjepik’ van de VS, Engeland en Duitsland en Stevenson ontpopte zich als activist voor de rechten van de Samoans. Hij was erg geliefd bij de Samoans en bij zijn begrafenis zou de kist niet zijn gedragen, maar van hand tot hand naar de tombe boven zijn doorgegeven.
’s Middags heb ik op de groentemarkt met locals speenvarken met taro en bamisoep gegeten. Zelfs voor mij te veel die twee grote knollen taro en het pootje was wel erg vet.
Ondertussen gaat hier in de marina, er zijn zo’n 7 jachten, het leven gewoon verder. Op een Franse Ovni spelen zich (kleine) relationele drama’s af, waar iedereen, omdat de schipperse zich niet laat remmen in de expressie van haar emoties, gedwongen is de ontwikkelingen te volgen. De man is in Frans Polynesië opgestapt, de vrouw vaart al zo’n 5 jaar rond in de South Pacific. De man komt zo nu en dan, zwaar rokend, bij mij langs voor een praatje. Zolang ze varen gaat het goed, aldus de man, maar zodra ze ergens voor anker liggen of, zoals hier in een marina, dan gaat het mis en wordt hij ’s morgens zijn kooi uit geschopt. Ik moest gelijk denken aan het liedje Maggie May van Rod Stewart (tnx Art voor de juiste lyrics):
“……All I needed was a friend to lend, a guiding hand, but you turned into a lover and mother what a lover, you wore me out… All you did was wreck my bed and in the morning kick me in the head…”
De man had besloten solo te gaan varen. Hij had een ticket gekocht naar Nieuw Zeeland waar hij bij een oude vriendin terecht kon. Daarna wilde hij in de VS voor weinig een Frans productiejacht aanschaffen, solo naar Nieuw Zeeland varen om daar zijn boot met winst te verkopen. Na 2 dagen trof ik hem echter weer aan boord van de Ovni boot. Het vliegtuig zou op onverklaarbare wijze niet zijn op komen dagen. Na een nacht in een hotel, vergoed door de luchtvaartmaatschappij, hadden de schipperse en hij besloten toch met zijn 2’en verder te varen. Prachtig toch!?
Morgen, maandag, ben ik van plan naar Tonga (Niuatoputapu) te varen.