De reis van Bora Bora naar Suwarrow verliep onder ideale weercondities. Misschien dat er een uur of 5 geen wind was en een uur of 5 veel wind (>25 knp). Ik deed er hoe dan ook langer over dan de geplande 5 dagen; had ik maar vroeger moeten vertrekken. De aanloop van zo'n atol doe je bij daglicht en bij voorkeur met doodtij. Er zat dus niets anders op dan te vertragen, wat deze keer, met alleen de voorzeilen, aardig lukte. Om 9.00 uur liet ik het anker vallen in 16m diep water, wat het nodig maakte dat de ankerketting met ankertros werd verlengd. Een van de buren, er waren 6 jachten, kwam zich voorstellen en liet me weten dat hij en de 2 andere Franse boten die middag naar Niue zouden vertrekken. 's Middags heb ik toch maar zijn ankerplek met 10 m diepte overgenomen. De eerste indruk: het is hier beeldschoon. Het water is glashelder (ik kan de ankerketting op de bodem zien liggen) en Anchorage island is een palmeiland om van te dromen. De weinige mensen die er zijn (in feite is het hier onbewoond) zijn opvallend open en verwelkomend. Zou zo'n klein plekkie midden op die giga-oceaan mensen op hun positieve kanten aanspreken?
De Cook Islands bestaan uit slechts 15 eilanden in een gebied rond 15°S en 160°W, verdeeld over een oppervlakte van zo'n twee miljoen vierkante km. Het totaal aan land is slechts 240 vierkante km! Elk eiland staat dan ook min of meer op zichzelf. Zoals de naam al suggereert zijn de meeste eilanden door Captain James Cook ontdekt (expedities van 1773 en 1777). Bij elk eiland dat door hem ontdekt is, krijg ik steeds meer bewondering voor die man. Wij weten nu precies met de GPS waar de gaten in het verraderlijke rif zitten, maar Cook wist helemaal niets! Hij moest uitzoeken hoe hij, zonder lek te slaan, zo'n eiland achter het schuimende rif kon bereiken ... Sinds 1965 hebben de Cooks eilanden zelfbestuur. Ze zijn nog wel nauw verbonden met Nieuw Zeeland die onder meer de portefeuille Defensie voor zijn rekening neemt. Suwarrow is een atol van 11 mijl breed en behoort tot de noordelijke groep van de Cooks. Op het rif zijn 25 kleine eilandjes waarvan er vijf zo'n halve mijl lang zijn, de overigen zijn erg klein. Een Russische walvisvaarder, genaamd Suvarov, heeft rond 1850 het atol voor het eerst beschreven en het zijn naam gegeven. De naam, overgezet in Cook's taal (verwant met Maori en de taal van de Marquesas), komt uit als Suwarrow. De 2e taal voor de Cooks is Engels.
Suwarrow is een nationaal park en reservaat voor nestelende zeevogels. Tijdens het cruising seizoen van mei tot oktober wordt er een opzichter gepost, maar yachties zijn buiten deze periode ook welkom. De laatste 4 jaar zijn John en Veronica en hun 4 zonen de 'parkrangers'. Een bijzonder gezin. De zonen krijgen 's morgens 'scholing' van hun ouders en 's middags gaan ze de hort op. Ze kunnen vissen als de beste (ik heb de oudste zoon zeer verdienstelijk met een speer bezig gezien) en ze zijn rielekst en outgoing in de omgang, waarschijnlijk omdat ze in zo'n seizoen met zo'n 100 happy sailors uit alle hoeken van de aardbol kennis kunnen maken.
Op Anchorage Island heeft jarenlang een heremiet gewoond. Tussen 1952 en 1978 heeft Tom Neale hier zo'n 15 jaar als een Robinson Crusoe geleefd. Hij hield een moestuin bij (na eerst de wilde varkens te hebben uitgeroeid), fokte kippen en viste in de lagune. Zijn ervaringen kun je lezen in het boek 'An Island to Oneself' (
http://en.wikipedia.org/wiki/Tom_Neale). Na Tom's dood in 1978 is Suwarrow aan zijn lot overgelaten. The vissersboten en yachties die sindsdien langskwamen hebben op eenvoudige wijze wel het comfort kunnen verhogen door een vuurplaats te maken om afval te verbranden en een tank voor regenwater te maken om de was te kunnen doen. Verder vervaardigden zij fauteuils van drijfhout en een barbecue van een oliedrum.
Ik ga nu eerst maar eens mijn slaap inhalen, na zo'n reis ben ik wel 'ganz fertig', en ga dan genieten van al dat moois wat deze plek te bieden heeft.