Wat een verademing na een vijf uur durend verblijf en eindeloze controles op
het vliegveld in New York. De kleinschaligheid van het vliegveld in Panama
City en de vriendelijkheid van de mensen die er werken. De rijen worden
snel afgehandeld en de douanebeambte heet me welkom, nadat ik verteld heb
voor het eerst in Panama te zijn. De geur van de stad is die van -denk ik- elke stad in de tropen vooral in regentijd; zoet maar verrot.
Panama is een land waar ik weinig van weet, de enige associatie is die met
het Kanaal. Van taxichauffeurs en anderen weten we nu het volgende: Panama
City heeft 800.000 inwoners, het land in totaal 3 miljoen. Er is een rechtse
regering onder leiding van president Martin Torrijos. Het minimuminkomen is
240 dollar en dat is in een aantal buurten wel te zien. Hangende mensen,
vuilnis op straat, de uitzichtloosheid druipt ervan af. Panama City heeft
een oud gedeelte, mooi, doet Caribisch aan. Een ding is echt anders. De
manier waarop de mensen gekleed gaan. Lijkt het op Cuba en de Antillen te
gelden 'hoe strakker, hoe mooier', hier is iedereen decent gekleed. Geen
blote buiken, strakke spijkerbroeken of spaghettibandjes. Vanuit de landtong waarop Casco viejo, het oude gedeelte, gebouwd is, kan je
het andere uiterste van de stad zien. Wolkenkrabbers, hoge moderne gebouwen.
Het is regentijd en het is warm en drukkend; zoals in Nederland vlak voor
een onweer.
Het spoelt een aantal keren van de regen en de lucht is, gezien
vanuit de Gemini, die in de Balboa Yacht Club ligt, steeds heel mooi. Soms
met zwarte onweerswolken. Ik heb nog nooit zoveel bliksem gezien als in één
week Panama.
Het land moet overigens heel mooi zijn, maar onze planning is om
boodschappen te doen en te vertrekken richting Islas de las Perlas en
daarna Ecuador. Aan de boodschappen besteden we veel tijd. Na Panama wordt
alles moeilijker te krijgen en duurder en de Gemini moet gevuld worden voor
een heel lange reis. Een aantal dingen zijn hier ook erg goedkoop, voor
sportkleding en schoenen en consumentenelectronica betaal je beduidend
minder dan bij ons.
Daarnaast moet er nog het een en ander aan officiële rimram afgehandeld
worden, die hoort bij het binnenkomen en verlaten van een land per schip. Er
is een taxichauffeur die ons helpt en ons van de supermarkt en de
gasleverancier naar de Capitania en de Immigratie rijdt en overal meteen
toegang weet te vinden tot de juiste mensen. Dit geeft veel tijdwinst.
Uiteindelijk vertrekken we vrijdagmorgen richting Las Perlas. Acht uur varen
en dan aanleggen bij La Bayoneta, een van de eilanden. 's Nachts is er
heftig onweer direct boven ons en zoveel deining dat je van de ene naar de
andere kant rolt in je kooi. Voor de volgende nacht kiezen we een andere
ankerplek waar het veel rustiger is. La Bayoneta zou volgens de vaargids een
vogelrijk eilandje zijn. Die vogels horen we 's avonds wel, maar zien doen
we er niet veel. Ook niet als we de volgende dag met de dinghy naar het
eiland oversteken en een rondwandeling maken. Veel mangrove en bovenop het
eiland gewone bomen. Een ibisachtige vogel waarvan we allebei de naam niet
weten lijkt ons te volgen. De wandeling is een eindeloze klauterpartij op
soms erg gladde rotsblokken, maar heel mooi.
Zondagmorgen vertrekken we richting Ecuador.
terug naar de reisverslagen