Terwijl ik bezig was met de schroefasdynamo (onder zeil kun je stroom opwekken door een dynamo op de schroefas mee te laten draaien) en daarvoor net een printplaat van de windmolen vervangen had, werd ik weer eens overvallen door de gedachte dat je als oceaanzeiler wel van veel markten thuis zou moeten zijn. Een zeilboot zit vol met dingen die kapot gaan en op zee sta je er alleen voor. Waar je allemaal al geen notie van moet hebben. Het varieert van dieseltechniek en 12 V elektriciteit tot wetskennis en het kunnen socializen met een zeer uitlopende pluimage mensen. De risico’s op zee zijn voor een belangrijk deel ongrijpbaar, onvoorspelbaar en niet te minimaliseren. Behalve de notie heb je een forse dosis geluk nodig.
Het self sufficient, zelfredzaam zijn wordt door menig oceaanzeiler tot kern van hun ‘cruising filosophy’ verheven. Het er zelf zien uit te komen is waar het om gaat. Als ik het, met de natte vinger naga, zijn er een aantal verschillen in relatieve nadruk:
- Leren: leren hoe controleer ik, hoe onderhoud ik, hoe repareer ik en hoe krijg ik kennis van navigatie, meteorologie, communicatie, routeplanning etc.
- Mijlen draaien: met iedere mijl die je aflegt wordt je een beter zeeman.
- Systematiseren: controleschema’s en vervangen van onderdelen voor dat ze stuk gaan.
- Verzamelen: spare-parts en back ups (sommige dalen daarbij af in perfectionisme)
- Simplificeren: alles zeilend doen (zonder dieselmotor en zonder elektrische installatie) dan blijft er minder over wat stuk kan gaan. De Pardeys (Self sufficient sailor): “If you can’t repair it yourself maybe it shouldn’t be on board.”
- Improviseren: Tom Cunliffe: “Never leave port without an iron coathanger!”
Vraag je het mij, een ware eclect? Van al het bovenstaande dus. Al zit ik nog duidelijk in de leerfase qua dieseltechniek en elektriciteit en zie ik me la Gemini ‘in close quarters’ niet zeilend aan de kade brengen, zoals de Pardeys.
Jimmy Lengkeek (De wereldzeiler).
Als je nagaat wat je allemaal moet weten en kunnen om met een zeilboot lange reizen te maken kun je het volgende ideale bemanningsprofiel maken:
- De schipper is (scheeps)werktuigbouwkundige, dieselmonteur en organisatiedeskundige. Hij spreekt vloeiend Engels. Hobby: duiken.
- De schipperse is arts en schrijfster van boeiende reisverslagen. Zij spreekt vloeiend Frans en Spaans. Hobby: fotograferen en filmen.
- De oudste zoon is elektrotechnicus, electronicus en computerdeskundige. Tevens is hij radioamateur en in het bezit van het Marcom-A diploma. Hobby: meteorologie.
- De oudste dochter is meester in de rechten met als specialisatie internationaal recht of ervaring in diplomatieke dienst. Hobby: vissen en vogels.
Alle vier personen hebben tevens een vaarbewijs, een duikbrevet en zijn absoluut vrij van zeeziekte.
Henk de Velde: Regel nummer 1 in avontuur is zelfredzaamheid. De hele essentie van het exploreren is hierop gebaseerd. Als je in problemen komt, moet je het eerst zelf zien op te lossen. Dit is waar je voorbereidingen, vindingrijkheid en overlevingsdrang echt worden getest - en dit is ook waarin de echte schoonheid van avontuur ligt. Verwacht geen hulp en beschuldig geen personen of zaken als het mis gaat. Je bent op jezelf en je moet er zelf zien uit te komen.