Aad is inmiddels vertrokken. Dat ik de kunst van het zeevissen nu machtig ben, kan ik niet zeggen, maar het begin is gemaakt. Op zaterdag is een nieuwe opstapper gearriveerd, Harriet. We besloten het rustig aan te doen en niet naar Trinidad te gaan, maar nog een paar dagen op Isla de Margarita te blijven. Zondag hebben we met de jeep La Asuncion, de hoofdplaats van het eiland bezocht. De sfeer is er zoals zondag op de hele wereld. Het is er oorspronkelijk, mooi en typisch Zuidamerikaans; veel mooier dan het schreeuwerige Porlamar. Daarna zijn we naar de Laguna Grande gereden, vlakbij Playa la Restinga en hebben er een bootje met stuurman gehuurd. Het is een grote mangrove-lagune met een warboel van kilometerslange kanaaltjes en tunnels met overhangende mangrove takken. De tunnels hebben verrassende namen zoals ´amor eterno´ en ´tunnel de besos´. We hebben er de paarse ibis gezien en onze stuurman plukte oesters van de mangroves, zo veel we wilden. Mooi hoor.
Maandag hebben we ´boodschappen´ in Porlamar gedaan. Porlamar zou een belastingvrij koopparadijs zijn, ook voor designerclothes. Frans heeft een paar Hilfiger broeken aangeschaft, Harriet T-shirts en zwemvinnen. Omdat alle petrochemische producten hier zo goedkoop zijn, hebben we zo veel als de Gemini maar in zich kan bergen dieselolie, benzine voor de buitenboord, motorolie, mengsmering etc. ingeslagen. De klusjeslijst werd afgewerkt. Een bijzonderheid is wel dat nu de autopilot (zelfstuurinrichting) weer werkt.
Woensdag, 26 april, zijn we naar Cubagua vertrokken. Cubagua was de eerste Europese nederzetting in Amerika. Columbus had lokale indianen met parels zien lopen en Spaanse conquistadores ontdekten dat de bron een "parelbed" bij Cubagua was. In 1492, volgens de vaargids, werden de Indianen er als slaven ingelijfd en gedwongen op parels te duiken. De Indianen werden zo afgeranseld om maar meer parels boven te halen, dat honderden het leven er bij lieten. Op gegeven moment zou de parelindustrie in waarde het goudtransport vanuit het Incagebied hebben geëvenaard. De parelbedden raakten uitgeput. Cubagua is nu onbewoond, op een aantal vissershutjes en scharrige weekendhuisjes na. We hebben er veel gezwommen en gesnorkeld op het grote wrak dat er ligt en gedeeltelijk boven water uitsteekt.
Van Cubagua zijn we langs de zuidkust, met een indrukwekkend roodachtig bergmassief, naar Robledal aan de westkust gezeild. Harriet, gek op zwemmen, moest weer nodig ff naar het vasteland. Zo nu en dan moest ze tussen die speedsloepen door, die, terug van de visvangst, naar huis scheurden.
Vrijdag vroeg vertrokken en in de middag op Isla de Tortuga (Playa Caldera) aangekomen, een van de offshore eilanden van Venezuela. Het is een laag, droog eiland met prachtige witte zandstranden en een lagune met een veelheid aan schitterende watertinten. Er staan een aantal vissershutjes en er is een airstrip. Mensen uit Caracas komen er in hun privé vliegtuigjes om een weekend van het strand te genieten. Vrijdag was het er uiterst vredig. Zaterdagmorgen leek het op een ware invasie van bootjes en vliegtuigjes. Harriet ontmoette op het strand een duidelijk bovenmodale Venezolaan. Hij had een verhuurbedrijf van vliegtuigen. Heeft mevrouw H. hier opwindende kansen laten liggen??
Morgen, zondag, gaan we op weg naar Los Roques.