Maandag 24 januari 2005-2010.
Vandaag had ik eigenlijk alweer met mijn werk moeten beginnen. Maar goed dat ik uit voorzorg de 1e week geen afspraken gepland heb. Het is zelfs de vraag, gezien de nog af te leggen afstand, of volgende week maandag haalbaar is. We hebben nog 417 mijl te gaan. Dat is nog ongeveer 3 ½ dag, uitgaande van een gemiddelde dagafstand van 120 mijl. Dan kunnen we donderdag of vrijdag Antigua aanlopen. Mocht het donker zijn dan varen we verder; in het donker is het te gevaarlijk om een eiland aan te lopen omdat de lichten van de vuurtorens niet altijd werken en je geen zicht hebt op ondiepten vanwege koraalriffen of rotspunten. Sint Maarten ligt ongeveer 96 mijl westelijk en is dan misschien haalbaar.
Het is vandaag weer schitterend weer. De zon verwarmt de kuip. Sinds vanmorgen is er weer geen wind. We hebben weer koffie kunnen drinken (met koek), wat op een slingerend schip niet haalbaar is. Frans zit achter het roer, omdat de auto-pilot het al enige dagen niet doet en de windvaan zonder wind niet kan funktioneren. Tijdens de vorige windstille periode is hij door zijn grenzen gegaan toen Frans tijdens een onvoorziene windvlaag, waardoor het schip fors uit zijn koers raakte, niet tijdig genoeg kon ingrijpen. Hij zat aan de navigatiehoek achter zijn laptop om te zenden en moest eerst zijn laptop beschermen. De laptop was niet gezekerd. Dit zijn een van die dingen, waarover Frans steeds zegt: "dat had ik nog moeten doen" of "het staat op mijn lijstje". Het heeft wel vergaande consequenties, want nu moeten we zelf aan het roer, wat de nodige vermoeidheid (en irritaties) met zich meebrengt. Gelukkig begon het in de loop van de volgende ochtend (30 uur later) weer te waaien. Pas in Sint Maarten kwamen we er achter, waarom het ons niet lukte, om de auto-pilot weer goed ingesteld te krijgen. Ook deze apparaten hebben een (electronisch) geheugen en om dat geheugen te ontregelen, moet je de stroom er af halen (net als bij een computer, die vast gelopen is).
De afgelopen 2 dagen hebben we dankzij een goede wind weer voortgang op de zeilen gemaakt. Daarvoor was er geen wind (ondanks dat we niet in het windstille gebied vaarden, maar er boven langs) en hebben we 3 dagen op de motor gevaren. Op een gegeven moment hebben we toch maar een “worst case scenario” opgesteld voor het geval er helemaal meer geen wind meer zou komen. We hebben berekend, dat we dan tot ongeveer 60 mijl voor Antigua geen brandstof meer zouden hebben. Dus dat hield in, dat we van elk briesje gebruik zouden gaan maken, ook al was dat slechts 1 à 2 Beaufort.
Het leven aan boord heeft langzamerhand een eigen ritme gekregen. Het wachtsysteem van 2 uur op, 2 uur af voldoet goed, tenzij er door omstandigheden (bv. een rollend schip, een niet-werkende auto-pilot of de kans op een vis aan de haak) niet geslapen wordt. De vissen zijn ons overigens niet erg gunstig gezind. Na de 1e mislukte vangst, zijn er al meerdere kunstig gekleurde, glitterende azen afgebeten en zijn er zelfs hele lijnen bij de katrol afgebroken of net achter het aas afgebeten. Kennelijk zijn het wel kanjers, die hier zwemmen, maar is ons visgerei niet stevig genoeg om ze ook te vangen. We moeten het dus doen met de vliegende vissen, die op het dek belanden en die met hun lange vinnen achter een schoot blijven hangen.
Het verse fruit is inmiddels op. De citroenen zijn tot pingpongballetjes verschrompeld, maar in de thee nog prima te gebruiken. Ook zijn er nog aardappels, uien, knoflook, een kool en een kalebas. Een kalebas had ik nog nooit bereid. Hij smaakt een beetje naar koolraap (iets zoeter).
De activiteiten bestaan verder uit naar muziek luisteren (voor vertrek had ik op de valreep een MP3 speler gekocht en wat was ik daar gelukkig mee!), lezen (ik) en repareren (Frans).
Vervolg: in de nacht van donderdag op vrijdag kregen we land in zicht: het eiland Antigua. Meteen geprobeerd berichten te verzenden, die echter akelig lang onderweg bleven. De volgende dag waren we weg naar St. Bartholomeus, St. Barts, waar we tegen 17.00 in een baai voor anker gingen. We hebben de motor bij moeten zetten om dit te halen. De dag daarop, zaterdag 29 januari naar Sint Maarten, nog zo’n 15 mijl, waar we om 10.30 hartelijk ontvangen werden door een “petit” ontvangstcomité, bestaande uit vrienden van Frans (Art en Lies), die al vanaf zondag op het eiland waren en verder met Frans door het Caribisch gebied zouden gaan varen en kennissen, die ze inmiddels op het eiland opgedaan hadden.