De Immigratie van Maria la Gorda constateert dat mijn visum verlopen is en sommeren mij de komende maandag naar Pinar del Rio te reizen om daar een verlenging te regelen. Regulier vervoer naar het 125 km verderop gelegen Pinar del Rio is er niet. Ik herinner me dat ik een aantal jaren terug van Pinar naar Maria la Gorda wilde reizen om te gaan duiken en ik toen er van af heb gezien. Het zou een zeer duur verhaal met een taxi zijn geworden. De autoriteiten zijn mild, mede omdat hun collega's in Havana het verlopen visum over het hoofd hebben gezien. Waarschijnlijk hebben zij het extra zegel dat ik speciaal heb aangeschaft om bij Cubanen thuis te 'mogen' komen aangezien voor een verlenging. Ik hoef niet naar Pinar als ik maandagmorgen maar vertrek. Jammer, ik had hier graag willen duiken, maar ben blij hier nog goed vanaf te komen.
Ik ontmoet de schipper van de ´Hatta´ een Fransman die sinds een jaar of twaalf over de wereld zwerft. Voor veel van de problemen die zeilers nou eenmaal onderweg tegenkomen, heeft hij oplossingen. Ondanks dat zijn boot 1.90 steekt is hij de Rio Dulce in Guatemala opgevaren na bij de drempel, die op 1.80 ligt, zich aan een val door een sleepbootje scheef te laten trekken. Aan boord van de Gemini helpt hij mij, met de ICOM-radio en de software van MeteoScan, scherpe weerkaarten binnen te halen.
Ik vertrek 's middags om 1 uur en krijg als ik Cabo Corrientes heb gerond met 20 tot 25 knoop oostenwind te maken, wind op de kop dus. Om dit deel van de Golfo de Batabano over te steken, ongeveer 75 mijl, kies ik voor motoren in plaats van opkruizen. ´s nachts daalt de snelheid van de Gemini tot 2 à 3 knoop, weer een nacht om uit te zitten en te hopen op betere omstandigheden. Bij het aanbreken van de dag zie ik land, Isla de Juventud. Dit eiland ontdekt door Columbus, zou ooit La Isla de Tesoro hebben geheten (schateiland) en inspiratiebron zijn geweest voor het gelijknamige boek van Stevenson. Tijdens het Batista regiem is het een gevangeniseiland geweest met een enorme gevangenis voor wel 5000 prisioneros. Fidel zelf zou hier begin jaren 50 gedetineerd zijn geweest na zijn eerste poging het Batista regiem omver te werpen. Ideologisch en intellectueel zegt hij zich tijdens deze detentie te hebben voorbereid op de beweging die het in 1959 wél lukte Batista te verdrijven.
Om een uur of 8 ´s morgens vaar ik de baai van Caleta de Puerto Francés binnen. Ik let op het koraalrif aan bakboordzijde, zoek op het zicht naar een zandplek tussen het koraal en het gras en ga in 5 meter diep kristalhelder water voor anker. Binnen een half uur komt er een speedbootje langsvaren met twee op het oog Cubaanse burgers er in. De mededeling is dat er hier niet geankerd mag worden, maar als ik zeg dat ik ´s middags weer vertrek, laten ze me ongemoeid. Onderhand ga ik toch aardig het lazerus krijgen van allerlei soorten autoridades met hun geboden en verboden.