Het verblijf aan de quarantainesteiger van Opua heeft nog geen 12 uur geduurd. ’s Morgens om half acht dienden twee beambten van de MAF zich aan (Ministry of Agriculture and Forestry) die vervolgens alle groente en fruit van boord haalden en nog een aantal verboden waren zoals honing, mayonaise, linzen en rijst. Vlees, vers of bevroren, had ik niet meer aan boord. Op zee had ik al de ton met rijst geleegd waar rijstkevers inzaten, maar bij de controle van de MAF bleken ook de pakken rijst en een aantal pakken meel beestjes te herbergen. Alle tonnen waar etenswaar in had gezeten werden gedesinfecteerd. Het is duidelijk dat Nieuw Zeeland er alles aan doet om zich tegen de invoer van buitenlandse ‘pests’ te beschermen. De Customs, die tevens de immigratie afhandelt, maakte vlot de paperassen rond, mijn Q-vlag kon naar beneden en ik mocht gaan.Er was geen mooring vrij en ik ben op de ruime anchorage (rond 7 m diep en zand als ankergrond) ergens voor anker gegaan.
De Bay of Islands, waar Opua in ligt, is de maritieme speeltuin van Nieuw Zeeland (zeilen, duiken, vissen, kayakken, parasailen en zwemmen met dolfijnen). Het heeft ook historische betekenis; behalve Captain Cook kwamen hier de eerste Europese kolonisten (whalers, ontsnapte boeven en missionarissen) aan land. Opua zelf is een nietig plaatsje waar het voornamelijk om de jachten te doen is. Circa 400 boten per jaar klaren hier in. Pahia is nog geen 5 km verderop. Een keurig stadje met een grote supermarkt en een ATM machine waar je Kiwi-dollars uit de muur kan halen. Dagelijks gaat er een shuttle naar Pahia (3 $ enkele reis, 1$ = .47 eurocent).
Het klimaat is zoals verwacht beduidend anders dan Fiji. Behalve de lagere temperatuur van rond de 20º, is de lucht relatief droger en zijn er grotere wisselingen qua weerbeeld. Zo loop je in je hempie en zo zoek je je fleece op. Er kunnen hier fronten met veel wind overkomen.
De grote irritatie van Nieuw Zeeland zijn de zandvlooien. Daar komt bij dat ze mij lekker vinden en de eerste keer aan land, zonder repellent, hebben ze mij aardig te grazen genomen.
Vrijdagavond was er een potluck op de NORDIC. NORDIC had het voorafje (pancakes) en kipstew gemaakt, ROXI kwam met champagne en visstew en de GEMINI met salade, chocoladecake en wijn. Erg gezellie. Ook leerzaam nog eens te horen hoe de anderen in Suva het naderen van de losgeslagen Chinese trawler met aanhang hebben ervaren. ROXI, die noordelijker lag, had de meest gunstige positie. Op de radar konden zij zien dat ze niet direct in de lijn lagen om overvaren te worden. Toch heeft Simon klaar gestaan de ankerketting (75m) volledig uit te laten lopen en indien nodig te kappen. Zij hebben kunnen volgen hoe twee bemanningsleden van het Amerikaanse jacht, dat wel in de aanvaringslijn lag, hebben geprobeerd ankerop te gaan terwijl de golven over hen heen sloegen. De NORDIC heeft zijn ankerketting (90 m) uit laten lopen en Martin heeft klaar gestaan met een kartelmes de lijn, die de laatste schakel van de ketting verbindt met het schip, te kappen. De positie van de GEMINI ten opzichte van het naderende gevaarte hebben ze als uiterst gevaarlijk ingeschat. Op de NORDIC hebben ze op het punt gestaan in de dinghy te stappen om te helpen: “But what can you do?” De lessen voor de GEMINI, voor mij dus, zijn dat ik meer ankerketting nodig heb (nu 40 m), snel de ankerwinch in een vrije uitloop moet kunnen zetten en de laatste schakel van de ketting met een lijn en niet met een schakel aan het schip moet verbinden. Een kartelmes heb ik sowieso wel in de buurt.
Broer Robert merkt terecht op dat alle drie bijna-calamiteiten van de afgelopen maand (Chinese trawler, gebroken gaskabel, bijna doorgeschavielde tros van een mooring) zich op een ankerplaats hebben afgespeeld en dat ik steeds wel erg geluk heb gehad. Zou ik onderhand niet eens kaarsjes gaan branden?