Zaterdag 11 augustus 2007
1e dag Frans Polynesië
Fatu Hiva, Marquesas
Positie ankerplek: S 10° 27.923' W 138° 40.065'
Van rieleksen kwam niet veel vannacht. De valwinden die van de steile wanden af komen sjesen bereiken 30/40 knoop, met het gevolg 'dragging vessels'. Ik had het ankeralarm gezet en vanaf 3 uur vannacht, het alarm was afgegaan, hoorde ik bij windstoten het anker slepen. Pikkedonker, geen maan, wat kun je doen? De wacht houden en mocht de Gemini andere boten in gevaar brengen of dreigen op de rotsen te gaan, dan proberen er van af te motoren. De Marquesas boy kwam om 6 uur even kijken met zijn bootje en zou om 8 uur weer terug zijn om een andere ankerplek te helpen zoeken. Ik heb hem niet meer gezien. Om half elf kwam de Gemini echt te dicht bij de rotsen en het viel niet mee er van af te motoren, omdat het hekanker goed manoeuvreren onmogelijk maakte. Toen ik ankerop wilde gaan, blokkeerde de ankerketting weer! Twee dingen tegelijk, sturen en de kink uit de ketting halen in de voorpiek, kan niet dus heb ik om assistentie gevraagd. Dezelfde yachtie van gisteren, John, een Hollandse Australiër, (niet Amerikaan, wat ik gisteren beweerde) en de opstapper van Theophilus hebben me geholpen. Tja, mensen met ervaring, de een aan het roer de ander het hekanker binnen halen en ik de ketting weer lopend maken. De opstapper Rob heeft toen snorkelend een zandplek opgezocht waar na twee pogingen het lukte houvast te krijgen. Alleen kwam de Gemini, al zwaaiend achter het anker, weer dicht bij de rotsen uit. Mijn geluk was dat John ging vertrekken. Ik ben weer gaan verkassen en heb zijn plek ingenomen. De 1e poging gelijk raak! Vanmiddag heb ik eindelijk heerlijk kunnen slapen. Ik ben nog niet van boord geweest en heb ook nog niet zo'n behoefte. Dat doe ik morgen wel.
Ik wou nog wat kwijt over de bevolking van de Marquesas.
De Spaanse ontdekkingsreiziger Alvaro de Mendana ontdekte deze eilanden in 1595 en gaf ze de naam 'Markiezen' als eerbetoon aan zijn baas de markies van Mendoza. Na deze ontdekking, waarbij Mendana op Fatu Hiva nog even 200 Marquesians vermoorde, omdat zij bij hem aan boord kwamen en zich te brutaal gedroegen, bleven de eilanden ongestoord. Totdat Captain Cook arriveerde in 1774 (zijn 2e reis). Dit was het begin van het einde voor de Marquesas cultuur, bekend vanwege hun kunstzinnigheid (dansen, tatoeëringen en beeldhouwwerk). Na Cook kwamen de walvisvaarders en slavenschepen, die in wezen alle ziekten die de Westerse beschaving te bieden had, hebben achtergelaten: syfilis, dysenterie, pokken, mazelen, tbc, malaria en lepra. Ook lieten deze zeelieden de Markiezen kennis maken met de rum.
In 1842 stuurt de Franse regering een admiraal om de eilanden te koloniseren en er een marine basis te vestigen. Het werd er niet beter op. Het laatste deel van de 19e eeuw werd met stammenoorlogen, moordpartijen en orgastisch kannibalisme een donkere tijd voor de bevolking van de Markiezen. Waren er in de 16e eeuw zo'n 100.000, het begin 19e eeuw waren er nog 2000 over. Je kunt er filosofisch onder blijven hoe de blanke zijn verwoestende beschaving heeft gebracht, ik kan er gewoon treurig van worden. Thor Heyerdahl en zijn vrouw Liv, die in 1937 als huwelijksreis een jaar "back to nature" wilden op een tropisch eiland, hadden daar Fatu Hiva voor uitgekozen. Ze moesten uiteindelijk vluchten. Ze leden aan (huid)ziektes, waar ze geen controle over konden krijgen en er was animositeit van een aantal locals. In die periode was elefantiasis een veel voorkomende ziekte op de eilanden. Elefantiasis, een infectieziekte overgebracht door muggen, heeft als symptomen opgezwollen ledematen en genitaliën. Van een prachtig volk, zoals beschreven door Cook, Melville en Stevenson, leek weinig te zijn overgebleven.
Een aantal jaren geleden las ik Thor's boek "FATU HIVA". Als ik het me goed herinner verbleven ze de laatste periode in een grot, wachtend op de kopra boot die hen weer terug zou kunnen brengen. Er was weinig overgebleven van de idylle.
(Chris bedankt voor de research)
Dag 29
Laatste dag van de Pacific crossing
Vrijdag 10 augustus 2007
Boordtijd 12:00
Positie 21:30 UTC: S 10° 32.960' W 138° 41.181'
Dagelijks afgelegde afstand: 127
Afstand te gaan: 1,91
Cumulatief afgelegde afstand: 3544
Motoruren totaal: 99
Koers: 320°
Wind: E 15 knopen
Weer: matige zee, 75% bewolkt, 1021 millibar Temp: 28° C
Recht op het doel af was niet mogelijk. Pal voor de wind is niet te doen op een lopende zee. Het afkruizen, in grote slagen, is goed gegaan. Vannacht zakte de wind even in. Gelijk mr Perkins bijgezet om er zeker van te zijn voor donker Fatu Hiva aan te kunnen lopen. Om 12.00 uur nog 2 mijl te gaan; allemaal gelukt dus. Dicht bij het eiland heb ik hééel rustig aangedaan om het goed tot me door te laten dringen. De natuur van het eiland is schokkend mooi. Ik zou niet weten hoe je dat moet fotograferen. Het bijzondere zit hem volgens mij in de grootse groene zuilen. Ook de HANAVAVE baai heel langzaam binnengevaren. Er lagen 8 zeilbootjes voor anker. In de vaargids staat dat de oorspronkelijke naam ' falli baai' is geweest, vanwege die groene fallussen, maar dat de missionarissen dat niets vonden en in Maagdenbaai hebben veranderd. Twee bootjes ken ik van Panama: Teofilus, een catamaran en Oukiok die samen met de Gemini in het Panama 'nest' heeft gezeten.
Ik werd bij het binnenvaren gelijk geassisteerd door een Nederlands sprekende Amerikaanse yachtie in een dinghy. Of hij me ergens mee kon helpen…. Nou goed dat hij er was. De ankerketting liep vast. Door de maand op de rivier in Ecuador is de Gemini zo vaak door het tij rond het anker gedraaid dat de ketting volledig gedraaid in de ankerkluis lag. A lesson learned! Daarna bleek dat ik het slechtste stuk van de baai had uitgekozen om te ankeren, solid rock. Die yachtie had er wel iets over gezegd. Twee Marquesas jongens zijn een uur in touw geweest, de een snorkelend de ander in hun dinghy, maar hen lukte het ook niet een plek met ' holding' te vinden. Morgen gaan we, met die twee gasten, naar de andere kant van de baai (100 m verderop) een nieuwe plek zoeken. Voor vannacht heeft hij, ik weet zijn naam nog niet, onder water de ankerketting twee keer rond een rotsblok gedraaid, dus ik lig muurvast. Maar probeer maar eens weg te komen, alleen, dus morgenochtend vroeg beginnen we opnieuw. Ik heb ze een fles (Ecuador) rum gegeven en ik kreeg gelijk een pompelmoes terug. Dat gebep in het Frans moet snel verbeteren, want afentoe begreep ik die jongens niet goed. Morgen nog 1 journaal over de Marquesas en dan stap ik weer over op weekly's
Dag 28
Donderdag 9 augustus 2007
Boordtijd 12:00
Positie 21:30 UTC: S 10° 32.335' W 136° 27.995'
Dagelijks afgelegde afstand: 107
Afstand te gaan: 129
Cumulatief afgelegde afstand: 3417
Motoruren totaal: 94
Koers: 275°
Wind: SE 15 knopen
Weer: matige zee, 10% bewolkt, 1022,5 millibar Temp: 29° C
Wat het zeilen betreft, was dit de zwaarste dag van de reis. 's Middags om een uur of vier kwam er een squalletje over me heen. Niets bijzonders dacht ik en ging verder met bakken van de dorade voor lunch. Maar dit squalletje groeide uit tot een storm van 8 Bft met windstoten tot 50 knoop. Ik was er niet op bedacht en was te laat met reven. Toen ik eenmaal aan de mast stond, woei het zo hard dat het zeil niet naar beneden wilde. Met lattenkarren op de mast, kun je in principe zonder koers te wijzigen, onder elke hoek een rif zetten. Nu niet meer, op een of andere manier bleef die 'val' (staaldraad waarmee het grootzeil wordt gehesen) vastzitten. Na oploeven en enige tijd aan dat zeil trekken kreeg ik het wel enigszins voor elkaar, maar het zag er niet uit. Omdat ik niet tegelijkertijd aan het roer kon staan om koers te houden, kwam de Gemini ook nog eens dwars op de golven te liggen, wat de nodige risico's met zich meebracht. Aan de mast geklemd heb ik beelden op mijn netvlies van mijn bootje op de golven, die ik niet snel zal kwijtraken. Met zulke windstoten houdt de windpilot het niet en van 4 tot 8 heb ik aan het roer gestaan om die kont schuin op de golven te houden. Eenmaal in de kuip kon ik zien dat het val achter drie maststeps beklemd was geraakt. Dat heb ik maar zo gelaten. Eerst maar deze 'bui' afrijden dacht ik. Ik heb 13,5 knoop af kunnen lezen waarmee de Gemini van zo'n lange golf afstoof; dat had ik nog niet eerder gezien. De (oude) kluiver die ik tot een driehoekje had ingenomen, heeft deze krachten niet aangekund. De scheur die er al was ging verder en er is een scheur van circa 15 cm bij gekomen. Die avond heb ik het val weer los gekregen en een gijp (door overstag) gemaakt om niet nog meer zuidelijk te komen. De storing kwam met zuidenwind en liet oostenwind achter. Deze ochtend nogmaals gegijpt. Ja, ik ben aan het afkruizen en dat zal op de routekaart wel te zien zijn.
Dag 27
Woensdag 8 augustus 2007
Boordtijd 12:00
Positie 21:30 UTC: S 10° 43.677' W 134° 39.315'
Dagelijks afgelegde afstand: 128
Afstand te gaan: 236
Cumulatief afgelegde afstand: 3310
Motoruren totaal: 89
Koers: 267°
Wind: SE 15 knopen
Weer: matige zee, volledig bewolkt, 1021 millibar Temp: 29° C
Lekker windje, zo'n 15 knoop, tot het vanmorgen inzakte. Terwijl de Gemini met zo'n 2,5 knp voortdobberde, heb ik een zeebad genomen. Eerst natuurlijk de drijflijn overboord en mezelf met een lijn gezekerd. Stel je voor ff lekker zwemmen en dan zie je zo je bootje in de verte verdwijnen …..
Sinds twee dagen probeer ik vis te vangen. Ik had al eerder een sleeplijn uitgebracht, maar nadat ik twee lures (kunstaas) verloren had, simpelweg omdat de nylon draad brak, baalde ik zo dat ik een week niet naar die visspullen heb omgekeken. Ik had tenslotte nog kip en vlees in het vriesvak. Die lures ( inktvisjes met haak 4 (!) en een stalen voorloop, speciaal voor ' dorada's) heb ik in Manta (Ecuador) laten maken bij een werkplaats, waar ook de prof vissers hun spullen halen. Met de dikste lijn die ik aan boord kon vinden, heb ik weer zo'n mooie lure uitgebracht. Twee dagen geen beweging. Ik ging al twijfelen aan de dikte van de lijn (Zakt die lure nu te diep? Nemen die vissen die dikke lijn waar?). Tot vanmorgen dus, na het bad. Er kwam net een klein squalletje over, waardoor ik naar buiten keek en de gele vishaspel niet meer aan het stag zag bengelen. Neen, die hing, gebonden aan de hekstoel, boven het water, nerveus bewegend. In de verte kon ik al een opengesperde bek zien. Het rustig naar binnen halen ging goed. De laatste fase, het aan boord hijsen, is de tricky part weet ik inmiddels . Met de adviezen van ' mi cuñado' Aad in gedachten, heb ik met die onsympatieke grote haak de dorade achter zijn kieuwen aan boord kunnen sjorren. Prachtvis, maar alive and kicking. Op een bewegend schip, als gevolg van de aangetrokken wind, heb ik geprobeerd het beest aan dek te houden en met een eind teak, die ik daarvoor had klaargelegd, de hersenpan in te slaan. Het werd helaas toch een bloedbad vanwege de haak die de kieuwen beschadigd had. Jullie begrijpen het al, zo'n vis (122 cm) heb ik niet eerder aan boord gehad en ik miste ervaring. Ook het fileren was iets nieuws. En wat moet je ineens met zo'n berg vis? Ja eten natuurlijk, maar hoeveel dagen wil je van dezelfde vis eten?
Dag 26
Dinsdag 7 augustus 2007
Boordtijd 12:00
Positie 21:30 UTC: S 10° 40.884' W 132° 29.203'
Dagelijks afgelegde afstand: 134
Afstand te gaan: 364
Cumulatief afgelegde afstand: 3182
Motoruren totaal: 76
Koers: 267°
Wind: SE 5-10 knopen
Weer: matige zee, 5% bewolkt, 1023 millibar Temp: 29° C
Vannacht relatief hoge golven, ik schat ze op 6m (20 ft) hoog, met gemiddeld 5 Bfrt aan wind. Pas het laatste uur is de wind gezakt naar 5 knp waardoor la Gemini weer schudt in haar tuigje. Deze dame heeft echt 10 knp of meer nodig om mooi te kunnen glijden.
De Marquesas, of Markiezen op zijn Nederlands, waar ik naar op weg ben, zijn de meest noordelijk gelegen eilanden van Frans Polynesië. Zij hebben een volkomen eigen aanzien en stijl. In tegenstelling tot de vele Polynesische koraaleilanden zijn ze vulkanisch van oorsprong en hebben steile, donkergroene, rotsachtige kusten waardoor ze al van zo'n 20 mijl van zee uit kunnen worden gezien. Fatu Hiva, dat ik als eerste zal bezoeken, is het meest oostelijk, maar ook meest zuidelijke eiland van de 6 eilanden waar uit de Marquesas bestaan. Vanuit het oosten is het dus het eerste eiland wat je in het vizier krijgt. Ook omdat het de meest spectaculaire natuur heeft en 'a navigator's dream of a landfall' schijnt te zijn, gaan de meeste jachten die van Ecuador of de Galapagos komen hier het eerst voor anker. Vroeger werd je genoodzaakt eerst Nuku Hiva of Hiva Oa aan te lopen om in te klaren, omdat Fatu Hiva nog steeds geen port of call (inklaringshaven) is. Maar tegenwoordig schijn je hier eerst op adem te kunnen komen of reparaties te verrichten voor je je elders inklaart.
Na Fatu Hiva ben ik dan ook van plan Tahuata op Nuku Hiva aan te lopen, in te klaren en dan naar Ua Pou te gaan. Vandaar uit waarschijnlijk naar de volgende eilandengroep de Tuamotu archipel. Maar zulke plannen zijn als 'writings in the sand' en worden zo maar gewijzigd.
Dag 25
Maandag 6 augustus 2007
Boordtijd 12:00
Positie 21:30 UTC: S 10° 26.652' W 130° 13.029'
Dagelijks afgelegde afstand: 127
Afstand te gaan: 498
Cumulatief afgelegde afstand: 3048
Motoruren totaal: 76
Koers: 285°
Wind: SE 15 knopen
Weer: onrustig zee, 25% bewolkt, 1023 millibar Temp: 28° C
Gistermiddag was het voor het eerst dat ik wilde slapen en het niet lukte. Oorzaak de 'slingerkoers'. Twee voorzeilen aan weerszijden (passaatzeilen) en een zich opbouwende zee brengt rollen (zijwaarts schommelen) en slingeren met zich mee. Om aan een kant een zeil dominant te laten zijn, heb ik de stagfok verwisseld voor de kleinere stormfok en de giek meer naar het midden van het schip gebracht. Het scheelde wel, maar achteraf gezien niet voldoende. Het werd een onrustige nacht.
Ik had beter gelijk het grootzeil kunnen zetten. Voor alleen een rif steken hoef je zelfs geen koers te veranderen met die moderne lattenkarren, maar als dat grootzeil eenmaal helemaal naar beneden is, is dat met een lopende zee een gedoe.
1. De uitgeboomde kluiver aan loef naar binnen draaien, anders kun je niet oploeven.
2. Bulletalies los, ik heb er twee, een om de giek 30º de ander om de giek 60º of meer uitgeboomd vast te zetten.
Die voor 30º staat via de middenbolder met een grotere hoek beter vast en die lijn gebruik ik ook als extra schoot om vanaf het einde van de giek het stagfok zijwaarts te trekken, als de 60º bulletalie het werk moet doen. Nadeel 2 bulletalies: als je plat gaat en het grootzeil ligt vol met water moet je twee talies snel zien los te maken ….
3. Van windpilot op autopilot zetten en zover oploeven dat het grootzeil niet in de lazy jacks blijft steken, trouwens de voornaamste reden om op te loeven. Als je met zijn tweeën bent, trekt de tweede het zeil tussen de lazy jacks. Veel minder gedoe dus.
4. Met beleid grootzeil omhoog; je draait met zo'n lier zomaar iets stuk.
5. Rif er in, bulletalie vast, afvallen naar gewenste koers, kluiver weer uitbomen en van autopilot op windpilot. Er moet een gemakkelijker manier zijn voor een man alleen. De kneep zit hem natuurlijk in de lazy jacks waar nu de zeillatten achter blijven steken als het grootzeil van helemaal beneden naar boven moet.
Met de twee voorzeilen was het gemakkelijk een noordelijker koers te volgen; vannacht het ik dan ook de correctie naar het noorden ingezet (zie breedtegraad en de routekaart).
De opmerkingen over 'de aard en omvang' van mijn persoonlijke hygiëne aan boord heeft hier en daar wat reacties opgeleverd.
· Je kunt je eigenlijk ook best eens een tijdje niet wassen. Er is toch niemand die aan je ruikt.
· Voor wie zou je je oksels nog moeten wassen.
· Is 5 L water niet een beetje weinig voor een groot bad?
· Met 5 L water zul je wel een washandje bad bedoelen.
· Was je je niet met zout water?
· Als je op de poepdoos zit, zie je jezelf dan niet opeens vanaf satelliethoogte op die enorme plas met je broek op je knieën? Of draag je helemaal geen kleding meer?
Met de laatste opmerking wordt waarschijnlijk gerefereerd aan mijn uitspraak dat ik in de Himalaya een existentieel hoogtepunt had toen ik mij in de vrije natuur ontlastte, gehurkt op een berghelling met het uitzicht op een uitgestrekte vallei met in de verte de besneeuwde bergtoppen van de Annapurna (8000 m). Neen, aan boord op de poepdoos geen satellietervaringen, eenvoudigweg omdat het zich benedendeks afspeelt. Er zijn wel zeilers die de driehoekige ophanging van de windvaan aan de spiegel gebruiken als toilet. En er zijn zeilers die overboord urineren terwijl ze zich tussen het wand schrap zetten. "Veel mensen die overboord slaan worden later teruggevonden met hun gulp open" is een uitspraak die je bij zeilers wel hoort. En over zonder kleren aan boord rondlopen. Volgens mij moet je dat gewend zijn om dat 'fijn' te vinden. Met zo nu en dan een slingerkoers vind ik dat al genoeg geslinger aan boord.
Dag 24
Zondag 5 augustus 2007
Boordtijd 12:00
De boordklok heb ik 1½ uur terug gezet nu volgens Marquesas Time. Volgens de zonetijd op zee geldt dit vanaf 127° 30' Westerlengte.
De uurafstanden die ik bij het 4x terugzetten van de klok heb ' ingeleverd', zal ik nu bij het totaal optellen.
Positie 21:30 UTC: S 11°06.931' W 128° 03.901'
Dagelijks afgelegde afstand: 113
Afstand te gaan: 625
Cumulatief afgelegde afstand: 2921
2786 + 113 + 9 (1½ uur terug naar Marquesas time) + 5 (1 uur terug naar Pacific Time) + 8 (1 uur terug naar Chihuahua time) = 2921 (Galapagos time werd al verrekend)
Motoruren totaal: 75
Koers: 271°
Wind: SE 15 knopen
Weer: onrustig zee, 25% bewolkt, 1022,5 millibar Temp: 29° C
's Middags was het knudde met de wind en heb ik ruim 3 uur mr.Perkins ingezet. Vlak voor happy hour, 5 uur dus, kwam er een briesje opzetten en die is niet meer weggeweest. De rest van de dag met uitgeboomde kluiver aan loef, stagfok aan lij en de windpilot als roer. We zakken wel iets meer naar het zuiden af, maar dat corrigeren we wel binnenkort.
Jullie willen vast weten hoe het Magellaan vergaan is. Op zijn westelijke koers is hij tussen de Polynesisische eilanden doorgevaren zonder ze te zien. Alleen koraalriffen heeft hij waargenomen. Hij was anders de ontdekker van deze eilanden geweest. 250 jaar later werd Tahiti pas ontdekt door een Engelse navigator Captain Samuel Wallis. In maart 1521 wordt voor het eerst land gezien, een eiland van de Philippijnen. Als Magellaan hoort dat de Molukken, via de route om Kaap de Goede Hoop toen al bekend vanwege de specerijen, dichtbij in het zuiden lagen, toog hij daar naar toe. Op Cebu, een van de hoofdeilanden van de Phillippijnen wordt Magellaan eerst hartelijk door de sultan ontvangen. Na hun landing worden hij en zijn mannen echter overvallen door zo'n overmacht aan inboorlingen dat zelfs de musketten niets kunnen uitrichten.
Magellaan wordt door een giftige pijl getroffen en sterft. Meer dan de helft van de bemanningsleden wordt gedood. Een van de schepen is zo lek dat het op de Molukken moet achterblijven. Alleen het laatste schip de Victoria bereikt - volgeladen met specerijen - Kaap de Goede Hoop. Op weg naar Spanje sterft nog eens tweederde van de opvarenden. Als het schip in Spanje aankomt is het een drijvend wrak en de overlevenden zijn ook niet meer dan menselijke wrakken. Vijf schepen waren oorspronkelijk op weg gegaan met 265 man. Eén schip keert terug met nog achttien mensen in leven.
Dag 23
Zaterdag 4 augustus 2007
Boordtijd 12:00
Positie 20:00 UTC: S 10°46.974' W 126° 00.573'
Dagelijks afgelegde afstand: 85
Afstand te gaan: 747
Cumulatief afgelegde afstand: 2786
Motoruren totaal: 71
Koers: 268°
Wind: SE 5 knopen
Weer: vlakke zee, 10% bewolkt, 1022 millibar Temp: 29° C
De wind is niet boven de 10 knp uitgekomen. Min of meer is het de hele dag dobberen geweest in plaats van varen. Gelukkig dat het tuig niet meer van die klappen maakt nu het grootzeil naar beneden is. Met zulke flauwtes werkt de windvaan nauwelijks, dus sinds vanmorgen heeft de autopilot het sturen overgenomen. Het verblijf aan boord is redelijk comfortabel, op af en toe zo'n rock & roll stuip na als gevolg van swell. Alleen het schiet niet op zo. Volgens de Gribfiles van vanmorgen gaat het pas overmorgen weer waaien. Mocht de snelheid onder de 2 knp komen dan roep ik toch echt de hulp van mr. Perkins in. Nu ik zo een paar dagen aan het dobberen ben, moet ik wel aan de zeevaarders van vroeger denken, die in de doldrums dat wel eens wekenlang moesten ondergaan. Wat zeg ik? Magellaan die in 1520 de doorvaart van de Atlantische naar de Stille oceaan ontdekt (Straat van Magellaan) is daarna 16 weken onderweg voor hij de Philippijnen bereikt. Het drinkwater is bedorven. De mensen houden hun neus dicht als zij hun rantsoen water krijgen, zo erg stinkt het. Ook de levensmiddelen zijn bedorven. "Het scheepsbeschuit valt uiteen tot grauw poeder, doordrenkt van urine van de ratten, krioelend van de maden. Zo worden de ratten tot proviand, tot lekkere hapjes, en als zelfs deze voorraad uitgeput raakt, staat Magellanes toe dat de matrozen het schutleer van de ra's afhalen, in zeewater weken, koken en opeten. Niet veel zijn hiertoe in staat, de mensen lijden aan scheurbuik, hun tandvlees woekert, tanden gaan loszitten, vallen uit, de huid zit vol zweren, ze liggen lusteloos benedendeks. De schepen van Magellanes worden voortzeilende doodkisten ………" Excerpt uit " Der Kampf um die weltmeere" 1981, Hellmut Diwald, vertaling Co de Groot.
Aan vers heb ik nog 2 appels, 2 tomaten, 2 paprika's, 9 sinaasappels, zo'n 20 limoentjes, 1 komkommer, een pondje knoflook, 2 kilo uien, 1 kilo aardappelen en 2 kokosnoten aan boord.
terug naar de reisverslagen