Aangepast zoeken

 



  reisverslagen  
Verslag van de periode week 23 tot week 26 van het jaar 2011 door Frans

Trawler
   onvoorspelbare gigantische hektralers kom je tegen

Van Gloucester Passage ben ik met een overnite sail naar Horseshoe Bay op Magnetic Island gevaren. Het was niet echt een mooie zeiltocht, met de eerste dag te weinig en de tweede dag weinig wind. De naam van het eiland werd door James Cook bedacht toen zijn scheepskompas vreemd ging doen en hij meende dat er een afwijkend magnetisch veld rond het eiland lag.
In Horseshoe bay trof ik bekende boten aan, waaronder de Narid, Sea Topaz en de Kindofblue. Ik hoorde dat Piet van de Sabbatical (Koopmans 46) weer in het ziekenhuis was opgenomen, nu met een ‘ geblokkeerde’ darm, nadat hij eerder opgenomen was geweest vanwege gebroken hielen. ( In een marina wilde hij over een gesloten hekje klimmen, maar kwam ongelukkig terecht) De Sabbatical ligt nu ergens voor anker en wordt door de coastguard in de gaten gehouden tot Piet het ziekenhuis mag verlaten.

’s Avonds wordt er aan land een gezamenlijke BBQ georganiseerd op een, typisch Australische, daarvoor bestemde picnicplek. Alles lijkt er aanwezig: schone BBQ’s, water, toiletten en tafels om aan te eten. Ik ontmoet andere yotties, waaronder de schipper van Invictas Reward en zijn goedgemutste Spaanse opstapper Pablo die op indrukwekkende wijze aan het barbeque voor zijn schipper en zichzelf staat te toveren. Ik heb me laten ontvallen dat ik ook wel zo iemand, maar dan een ‘Pabla’, aan boord zou willen hebben.
Via Pioneer Bay, met een overdreven dikke, maar gratis mooring, ben ik vervolgens naar Dunk Island gevaren, waar ook Narid, Kindofblue, Sea Topaz en Invictas voor anker gingen. In februari kreeg Dunk Island de kern van orkaan Yasi over zich heen.

Het resort ligt nog steeds in tienen en het eiland is gestript van al het gebladerte. Hoewel verboden, maken we een wandeling over het strand om een betere indruk te krijgen van wat een orkaan zoal kan aanrichten. De volgende stop is Mourilyan Harbour, een haven die volledig is ingericht voor het laden van suiker. De aanloop is een diepe baai met een zo smalle invaart dat je hem pas ziet als je er al bijna bent. Eenmaal binnen moet je buiten de ‘swingbasin’ van de schepen blijven, waar het echter al heel snel ondiep wordt. Het stroomt er flink en de ruimte om te ankeren is beperkt. Het ankeren lukt en ik heb een verdiende heerlijke rustige nacht. Op weg naar Fitzroy Island wordt ik vanuit de lucht gecheckt door een van de ‘Customs Coast Watch planes’ die zeer laag overvliegt om je daarna op te roepen met de marifoon. Ze vragen de naam van de boot te spellen, wat de thuishaven is, wat de laatste haven is geweest en de volgende waar je naar toe gaat. Ik ben zo verbouwereerd dat ik ROTTERDAM moet spellen dat ik de M van het nautisch alphabet niet weet op te hoesten (MIKE dus) tot hilariteit van andere yotties die mee kunnen luisteren. Tot aan Darwin blijven de Customs dit met regelmaat doen. Je zou hier echt niet zo maar met vluchtelingen aan boord het land in kunnen snieken ... Bij Fitzroy is er een prettig weerzien met de Oostenrijkse catamaran Felix. Vorig jaar hebben we elkaar ontmoet in Vanuatu tijdens de ‘snakedance’ en ze hebben me daarna een beetje in de gaten gehouden toen ik in het ziekenhuis terecht kwam. En dan is er Cairns waar la Gemini 3 dagen in de comfortabele Marlin marina is blijven liggen.
RumRunner
   de ´Rumrunner´ ligt achter het Coastguardbootje

Van dertien jaar geleden herken ik er niets terug, behalve dan het zeilschip de RUMRUNNER die aan de volgende steiger ligt en waarmee ik destijds een zeer interessante duikreis naar het Groot Barriererif heb gemaakt Cairns is een grote touristenplaats met veel backpackers, duikshops en goedkope eettentjes. De stad lijkt zijn ziel verkocht te hebben aan de touristendollar, gewone winkels voor de locals zie je er niet meer. Drommen toeristen vertrekken dagelijks met boten, vliegtuigen en helicopters om de riffen te bekijken, te snorkelen of te duiken.

Ik heb nog maar eens stevig boodschappen gedaan. De komende tijd zullen er weinig havens meer zijn en dus ook geen winkels. Het is nog ongeveer 1400 mijl naar Darwin. De Gemini zit vol met diesel en water als ik 14 juni op weg ga naar Low Islets, twee kleine eilandjes met daartussen een baai beschut door een rif. Het is er werkelijk prachtig en in het logboek schrijf ik:” Kijk, daar doe ik het voor!” Er liggen nog 2 andere jachten en Ria van de Sea Topaz wijst me met de VHF de enige vrije mooring aan. Het wordt een redelijk rustige nacht. Met hoog water lag la Gemini wat te rollen, vanwege de golven die dan over het met mangroves begroeide rif heenspoelen.

Op weg naar Lizard Island vaart de Gemini door historisch beladen water. De Endeavor van Cook is hier bijna ten onder is gegaan. Om het obstakel van een eiland (Hope Islets) uit de weg te gaan, besloot hij meer offshore te gaan varen, terwijl het snel nacht werd en eyeball navigation niet meer mogelijk was. Hij kwam in een labyrint van riffen terecht en liep uiteindelijk boven op het rif dat nu, hoe kan het anders, Endeavor reef heet. Het was pompen of verzuipen en 30 mijl verderop vonden ze een rivier, natuurlijk de Endeavour River, waar ze de boot op het land konden trekken. In de loop van enkele maanden wisten ze de gaten in de romp te repareren. Nu ligt daar, natuurlijk, het plaatsje Cooktown. De namen van de bergen op de kant geven de moeilijke periode weer, waarin Cook en zijn mannen verkeerden: Cape Tribulation, Mount Sorrow, Cape Misery, Weary Bay… Alan Lucas schrijft in zijn guidebook: "Had she (the Endeavor) been lost with all hands during the encounter with the reef, it is entirely probable that we (Ozzies) would be all speaking French now...... Cook´s voyage was at a time when France was actively expanding her Pacific interest."
Lizard Island Bay
Lizard Island is een touch of paradise met een beschutte baai, helder blauw water, een zandbodem, wit zandstrand met bomen er omheen en een stevige berg op de achtergrond. Ik heb in de 4 dagen dat ik er was erg mooie zonsondergangen gezien. Er zijn hier geen krokodillen, geen dodelijke kwallen en geen gevaarlijke haaien in de baai. Het is een van de eerste plekken in Australië waar je gewoon bij je boot of vanaf het witte strand kunt gaan zwemmen. Bij aankomst lagen er rond de 10 jachten; het is een populaire stop. Voor zeilers is de berg een bijzondere. De eerste westerse zeiler die de top beklom was Captain James Cook en de top heet Cooks Lookout, natuurlijk. Cook beklom de top om een doorvaart tussen de riffen te zoeken die hem naar de open oceaan zou leiden. Hij vond die inderdaad en wist aan het verradellijke barriererif te ontkomen.
Cook's Look-out Cook's Look-out Frans en Anneke
De tocht naar de top van de berg, samen met Dirk en Anneke van de Narid, was een hele klim. Een ruw pad, steil en warm. Je weet gelijk weer hoe het met je conditie is gesteld. Op de top ligt in een kistje een logboek waar je acte kunt geven van je klim. Leuk om de namen van bekende yotties te lezen. Het uitzicht is werkelijk super. Van boven zie je de riffen zich kleurig aftekenen in het verder blauwe water. Een witte streep branding geeft de plekken aan waar je beslist niet moet wezen. En tussen de keten van riffen onderscheid je de doorvaarten naar ruim water, smalle openingen van diep water. Op de foto is de doorvaart die er het beste uitziet inderdaad Cook's passage. Leuk was dat we aan de westkant Kindofblue met een mooi kielzog richting Lizard eiland zagen snellen.

Via Morris Island, ankerplek voor een korte nacht, ben ik daarna naar Portland Roads gevaren. Het ligt aan een goed beschutte baai achter Cape Weymouth. Portland Roads is al een wat oudere westerse nederzetting. Er zijn restanten van een aanlegsteiger, een gedenksteen voor een aantal pioniers die hier in 1848 door de aboriginals vermoord zijn en er staan nu nog een stuk of 8 huizen. Net nadat ik het anker heb laten vallen en aan mijn verdiende versnapering wil beginnen, zie ik vlak onder de oppervlakte 2 krokodillen, een grote van zo’n 4 m en een kleinere. Ze bewegen niet, maar laten zich langzaam wat dieper zakken. Ineens voelt het heel veilig aan boord en aan de andere kant van de zeereling erg onveilig. Als ik mijn camera ga pakken zijn ze daarna natuurlijk weg. Later hoor ik dat de bemanning van een Zweedse boot hier een ochtendbad heeft genomen.
Portland Roads
Omdat er over 2 à 3 dagen harde wind voorspeld wordt, besluit ik met een overnite naar Adolphus Mountain te varen. Escape river waar vandaan veel yotties Cape York ronden, wordt nu afgeraden vanwege krokodillen en ijzeren kettingen op de bodem welke de restanten zijn van een onlangs verlaten parelfarm. Als je anker vast komt te zitten zul je geen zin hebben om er naar te duiken. Mount Adolphus Island ligt 7 mijl oostnoordoostelijk van Cape York en de 177 m hoge berg zou met een straffe wind uit de NE hoek voor voldoende bescherming zorgen. De route er naar toe bestaat er voor mij voor een belangrijk deel uit de shipping lane te volgen. Er is opmerkelijk druk VHF verkeer tussen de koopvaardijschepen. Doorlopend slingeren ze hun vaarintenties de ether in. Het gevoel bekruipt me dat ze allen hun best doen veilig die beruchte Torres strait achter zich te laten.
Torres Strait Islands Map
Torres Strait is een belangrijke internationale doorgangsroute voor de koopvaardij. Het is er echter ondiep met een labyrint aan riffen en eilanden zodat de navigatie de nodige kopzorgen kan opleveren. Slechts 14 van de ruim 200 Torres Strait eilanden zijn bewoond. Hun bewoners, Torres Strait islanders, horen bij Australia. Het gaat om bijna 7000 mensen. Het merendeel van de groep, 15000 personen, hebben hun eiland verlaten en wonen in Queensland. Er worden minstens 3 talen op de Torres Strait Islands gesproken. De oorspronkelijke inwoners zijn Melanesiers en cultureel het meest verwand met de kustvolkeren van Papua Nieuw Guinea. Ze zijn aldus duidelijk te onderscheiden van de Aboriginals van Australië en als zodanig worden ze ook ‘ officieel’ als apart beschouwd. Zij mogen bijvoorbeeld zich vrij bewegen (zonder paspoort of visa) tussen Australië en Papua Nieuw Guinea voor traditionele activiteiten, binnen een afgebakende zone van de Torres Strait. The Torres Strait Islands worden trouwens bedreigd door het rijzende zeeniveau als gevolg van de klimaatsverandering.
Turanor PlanetSolar
Op weg naar Aldolphus Mountain Island zit voor een groot deel van de nacht de Turanor Planet Solar achter de Gemini aan, althans zo voelt het. Uiteindelijk houdt hij bij Adolphus de shipping lane aan om richting Prince of Wales channel te gaan en gaan we uit elkaar. De Turanor Planet Solar is een Zwitsers jacht, welke als eerste de wereld wil ronden uitsluitend door zonne-energie gedreven. De lengte is 35 m en er is 500 vierkante meter aan zonnepanelen. Sinds Cairns, waar ze moeite hadden een plek te vinden voor dit vreemde vaartuig, had ik overdag dit jacht al een aantal keren gespot, liggend voor anker achter een rif; waarschijnlijk om met het zonnetje de batterijen te laden.

De aankomst bij Adolphus Mountain 22 juni ’s morgens om 5 uur, is te vroeg om zonder daglicht de baai in te varen. Bij het eerste krieken ben ik naar de ankerplek gemotord waar Taremaro, Sea Topaz en Pegasus reeds voor anker lagen.’s Avonds hebben we met zijn allen sundowners op de Sea Topaz. De harde wind komt inderdaad de volgende dag en ik vraag me even af of ik niet beter al sneller rond Cape York had moeten varen.
Cape York
Cape York is op de foto het linker eiland

Twee dagen later op 24 juni gaan Taremaro en de Gemini op weg om Cape York te ronden hetgeen op het eerste stuk voor de kaap na, gemakkelijk en mooi zeilend verloopt. Na Possesion Island is het rustig weer en het water zo vlak als het maar zijn kan. Het laatste stuk blijft nog maar net bezeild en even na de middag gooi ik het anker uit bij de steiger van Seisia.Taremaro komt op de motor niet tegen stroom en wind op en gaat op enige afstand van Seisia achter een zandplaat voor anker. Het ankeren kost me de nodige moeite, de anchorage is klein en het waait flink. Twee keer kom ik te dicht bij een ander jacht (Trinelly) uit. Bij een 3e poging krijg ik assistentie van Greg van de Lupari 2 en weer komen we te dicht bij, nu bij de Lupari, uit. Niet getreurd, Greg geeft 5 m meer ketting en dan is het net te doen. Zo nu ga ik me aan de chill overgeven en bijkomen van al die lange etappes. Straks komt wel weer de voorbereiding voor de oversteek van de Gulf of Carpentaria. Seisia ligt aan de westkant van de noordelijkste punt van Australië aan de Arafura zee. Het is de meest noordelijke woonplaats met een bevolking van 165. Echt de outback hier.

terug naar de reisverslagen



juli - november 2007
 Ecuador - Marquesas - Genootschapeilanden
  -Frans

mei - juni 2007
 Panama & Galapagos
  -Harriet & Frans

maart - april 2007
 Cartagena & Panama
  -Frans

maart - april 2007
 Curaçao - Cartagena
  -Iris & Frans

mei 2006
 Curaçao
 STRIPVERHAAL
 - Coja &Proza

april 2006
 Isla de Margarita
 - Aad & Frans

maart - april 2006
 Curaçao-Isla de Margarita
 - Stefan, Richard & Frans

mei-juni´05
  Cuba-Jamaica-Haiti-
 Curaçao
 - Toos, Wilma &Frans

april.´05
  Cuba zuidkust
 - Harriet &Frans

mrt-apr.´05
  Cuba
 - Frans

februari´05
  St Maarten-St Croix-
 Puerto Rico-
 Dom.Republiek-Haiti-
 Jamaica-Cuba
 - Art, Lies & Frans

kerst´04 - jan´05
 Kp Verden - St Maarten
 - Iris & Frans

najaar 2004
  Ned-Gran Canaria
 - Lino & Frans


All Rights Reserved 2005-2010. | www.sy-gemini.nl | Design by IMAGEPOINT