Gistermorgen om 6.00 uur vertrokken om die 185 mijl in 1 nacht en 2 dagen af te kunnen leggen. Ik was niet de enige op zee. Zodra het licht is, zijn mensen hier actief. Terwijl ik heel voorzichtig de laatste moeilijke passage door het rif nam, keek vanaf de kant een hele Colombiaanse familie toe, met, het leek wel, een stuk of 10 kinderen. Toen ik er door was en zwaaide, zwaaide de hele familie en masse terug, terwijl de vader me toeriep dat ik geen ondiepten meer tegen zou komen.
Het werd een gemakkelijke tocht. Het grootste deel heb ik motorzeilend afgelegd met de eerste dag helemaal geen wind, de tweede rond de 10 knopen. Bij Cayo Holandès ben ik voor anker gegaan en met het oog op eventuele squalls heb ik het hekanker uitgebracht. Het is hier waarlijk paradijslijk. Uit de verte komt het gedonder van het buitenrif, dichterbij is het geruis van het binnenrif. Het water is krakiehelder, het zand spierwit. De cocospalmen domineren de skyline. En waag het niet een cocusnoot mee aan boord te nemen; zij zijn het eigendom van de Kuna-indianen die er een belangrijke bron van inkomsten aan hebben. Ik was nog met net klaar met ankeren, had net mijn 1e Aquilapilsje opengetrokken of er kwam een motorbootje aan met aan boord een voltallige Kunafamilie met drie kinderen. De oudste docher hield, zo op het 1e gezicht, een spastisch jongetje op schoot. De vader voerde het woord, de moeder liet al haar borduurwerk zien. Helaas, ik had het gehakt voor die avond al te ontdooien gelegd. Vandaag dus geen langousten op m´n bordje.
terug naar de reisverslagen